Gezellig in Mongolië, af en toe met zijn allen - Reisverslag uit Bayanhongor, Mongolië van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu Gezellig in Mongolië, af en toe met zijn allen - Reisverslag uit Bayanhongor, Mongolië van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu

Gezellig in Mongolië, af en toe met zijn allen

Blijf op de hoogte en volg Marian en Joost

28 Augustus 2012 | Mongolië, Bayanhongor

Rusland (II)
’s Morgens draait Joost 6 van de 8 losgetrilde bouten weer vast van de laadbak, zodat we er voorlopig weer gerust op kunnen zijn dat we ons huis niet verliezen onderweg. Regelmatig vind ik ringetjes of moertjes, die we in een bakje gooien tot er iets naar beneden valt, dan weten we waar ze van waren. Ik dweil de koelbox leeg, de melk en wijn waren uit de aangebroken pakken geklotst. Tijdens het rijden trilt de 2 meterradio regelmatig naar een andere frequentie. De veiligheidsriem houdt me in een ijzeren greep. Drinken of lezen zit er niet meer in in deze landen.
Na de grens Kazachstan/Rusland besluiten we zo’n 350 km af te snijden met binnendoor-weggetjes. Met Kor (camper), Henk (vrachtwagen) en Berthus (motor) spreken we af hen weer te treffen op de hoofdweg, zo’n 500 km verderop en van daaruit verder te rijden naar de Mongoolse grens. Fons en Kai rijden 20 km voor ons, we weten dan nog niet dat we hen pas dagen later weer zullen zien. Ze vertellen dan dat ze de weg hebben gevraagd en verkeerd zijn gestuurd. We rijden een laaggebergte in met een authentieke boerenomgeving. Hooibergen naast houten schuren, een oude man hoedt de ganzen, kuddes schapen met herders te paard, koeien die oversteken of op het warme asfalt liggen te soezen. Veel kaalhouten kleurloze huisjes, maar af en toe een fraai huisje met blauw en paars en houtsnijwerk langs de daken en ramen. Roy rijdt bijna een kalf aan en krijgt een herkansing als er een kudde schapen stil op de weg staat, de koppen allemaal naar elkaar toe, wellicht treurend om een al eerder aangereden schaap? De weg is natuurlijk slecht en na 400 km zijn we toch wel moe. We vinden het dan ook helemaal niet erg als we horen dat Kor en Henk inmiddels al op de afgesproken plek zijn en besluiten door te rijden naar de grens. We rijden langs een kampeerbeek. Maar het is weekend en de Russen kamperen ook graag, zoals altijd met harde discomuziek en soms een geweer in de hand. Gelukkig vinden we een rustige mooie plek waar we ze alleen horen en niet zien. De mannen vissen, maken vuurtjes en drie van hen rijden een kilometertje door een ondiep stuk beek om hun auto schoon te spoelen.
Dan krijgen we voor ons goed nieuws: Henk en Kor staan in de kou en de regen voor de grens en deze is waarschijnlijk ook maandag gesloten. We kunnen dus nog een dagje langer blijven in dit prachtige gebied. De bergen zijn zo’n 1300 meter hoog en de bermen staan vol bloemen in allerlei kleuren. De huidskleur van de bevolking wordt langzaamaan steeds donkerder en de bergen worden steeds hoger. Overal lopen varkentjes. Naast de houten huizen staan mooi gebouwde ronde schuren. De winkel verkoopt de basisdingen, zoals melk en eieren in plastic zakjes en een prachtig theeservies met klaprozenmotief en gouden randjes. Buiten de winkel vertelt een dronken man met een baby in een roze wandelwagen de laatste dorpsroddels aan ons, niet gehinderd door de taalbarrière. Wat verderop tanken we op een erf met een schuurtje en twee verroeste pompen. Het is altijd afwachten of de vooraf gekochte liters in de tank passen of op de grond stromen.
We vinden voor de nacht weer precies zo’n beekje als de vorige nacht. Kai en Fons komen er ook bij staan, ze hebben de weg weer gevonden. Joost en ik maken een avondwandelingetje langs de beek. Het schemert en aan de overkant van de beek laten twee mannen hun paarden drinken.
De volgende morgen breekt een vulling van mijn kies. Het noodkoffertje voor gebitsproblemen helpt niet erg, het tubetje noodvulling is hard geworden. De kruidnagelolie bewaar ik voor het avondeten (kool met spek en rode wijn).
De volgende dag rijden Joost en ik in ons eigen trage vakantietempo naar een afgesproken stadje.
Kopje koffie in een schattig koffietentje, met een levensgroot beeld van een hert naast een krachtig spuitende fontein. Als dat dan ook nog drinkwater blijkt te zijn, kan onze dag niet meer stuk. Wat verderop staan we tien minuutjes in een weitje, weer een kopje koffie, en luisteren naar de tikkende vliegende sprinkhanen, kijken naar de vlinders, koeien, roofvogels, mooie grote stenen met oranje en groen mos. Joost fotografeert de gaten in de gammele houten brug. Regelmatig steekt een grondeekhoorntje de weg over, of we zien ze zitten op een warme steen langs de weg, nieuwsgierig naar ons kijkend. De bergen worden steeds hoger, we wanen ons in Oostenrijk. Volgens Marius de Pool hebben ze geen groente in Mongolië, dus we slaan nog even flink wat in. Dat gaat prima in gebarentaal, de vriendelijke vrouw moet glimlachen als Joost kakelt en met duim en wijsvinger een ei gebaart.
We vinden een nachtplekje aan de voet van een heuvel, met golvend groen en geel gras tot aan de horizon. Twee jongens van een jaar of 16 te paard komen even langs en vragen om sigaretten. Ze hebben pech, niemand van de groep rookt.
Dan ontvangen we weer bericht: de rest van de groep wacht op ons met de twee gidsen, 100 km voorbij de Mongoolse grens. Er zit niets anders op, morgenochtend moeten we dan toch echt de grens over. Keurig zoals in Nederland afgesproken op 14 augustus.

Mongolië.
Bij de Mongoolse grens wordt onze huif grondig geïnspecteerd. Om ons heen staan auto’s met al hun spullen op de grond uitgestald. Joost zet daarna op aanwijzing van de beambte de auto op een groot parkeerterrein met een hek er omheen. Er staan een stuk of tien Engelse auto’s. De Engelsen spelen volleybal, anderen zitten in een stoeltje te lezen of staan wat eten klaar te maken. Het ziet er gezellig uit, maar we hopen niet dat we straks mee volleyballen. Later hoorden wij dat zij hun auto willen invoeren om hem in Mongolië te verkopen. We gaan een rijtje loketjes af. Het verloopt rommelig, soms hebben twee of drie beambten een discussie over de papieren en dan loopt er één mee weg en hopen we dat we alles weer terug krijgen. Roy vertelt dat hij bij de controle van zijn auto een campinggasje aan de beambte moest geven. Dan horen we buiten geschreeuw. Een Zwitser, die ook zijn auto op instructie op het parkeerterrein had gezet na de controle, wordt afgesnauwd en gecommandeerd dat de auto weer terug moet. Wij zetten ons al schrap voor dezelfde behandeling, maar het valt mee. Een beambte die een half jaar in Duitsland gestudeerd had spreekt een woordje Duits en wij zijn vol bewondering natuurlijk. Hij is vriendelijk en we mogen meteen de grens over. Daarna wisselen we wat geld tegen een heel foute koers en sluiten een autoverzekering af.
Met Radboud zijn we als eersten klaar met alle grensprocedures en zoeken een rustig plekje een paar kilometer verderop voor een boterham. Al snel rijzen er drie Mongoolse kinderen uit de grond op en blijven bewegingloos en vragend naar ons staan kijken. Radboud geeft ze een snoepje, maakt grapjes met ze en zet ze op de foto. Even later komt moeder met nog twee kinderen. Er komen nog wat van onze groepsgenoten naar het voormalig rustige plekje. Fons geeft grote pluchen knuffels aan al de kinderen, maar ze blijven staan en vragen om chocola. Er komt een brommertje bij met twee pubers. In de verte zien we nog wat mensen van de heuvel af komen lopen in onze richting. Joost en ik pakken onze spullen en vertrekken. Hier en daar staat een witte ronde ger. Kinderen zwaaien naar ons, maar toch krijgen we een onprettig gevoel, ze proberen vaak ook voor de auto te springen of gebaren dat we moeten stoppen. Enkelen spannen een touw over de weg en laten het op het laatste moment vallen als Joost gas geeft. Later horen we van andere groepsleden dat ze zijn bekogeld met stenen. De vlakte is ruim, heel ruim. Hier en daar een ger of een kudde geiten, een paar yaks. Auto of brommertje voor de ger, soms een schotelantenne, rokend schoorsteentje, was aan de waslijn. En iedereen zwaait. De weg is behoorlijk slecht, in Mongolië is nergens asfalt, alleen soms een paar kilometer bij een stad. Je kiest een autospoor uit de vele die er lopen en hoopt dat je de beste hebt gekozen. Veel diepe kuilen met water er in, af en toe een ondiep riviertje dat overgestoken moet worden. Nu en dan proberen of een ander spoor beter is. Blauwe lucht, witte wolken, frisse wind. Regelmatig roofvogels in de lucht. We zijn letterlijk en figuurlijk geschokt, deze weg staat op de kaart als een hoofdweg. In het centrum van de stad, voor het hotel, staat nu eindelijk de complete groep. Berthus brengt zelfs een extra lid aan: motorrijder Jan, een Fransman op weg naar Tokio. Ik koop met Eddy een Mongools mobieltje en bel mijn moeder even. Zij vertelt dat er een Antonio de Herder op het nieuws was omdat zijn camping tijdens een grote brand in Spanje was afgebrand. Enigszins verbijsterd zijn we, dit moet Onno zijn, de broer van Joost. De gidsen Eddy en Patuk laten ons de geplande route door Mongolië zien, een ambitieuze tour met iedere dag zo’n 100 – 300 km rijden over de o zo slechte wegen. We hebben onze bedenkingen of dit haalbaar is…

Ik moet nu even een stuk inkorten, mijn oorspronkelijke verslag is 10 pagina’s, dat wil ik jullie hardwerkende mensen met overvolle agenda’s niet aandoen.

De samenstelling van de groep wisselt bijna dagelijks de komende week. Er vertrekt regelmatig een deelnemer naar de hoofdstad Ulan Bataar, omdat dat de enige plek is waar faciliteiten zijn zoals een dierenarts of goede garage. Deze stad is al gauw zo’n 1200 km rijden.
In de supermarkten is te weinig bruikbaars te koop, vooral snoep, frisdrank en wasmiddel. Soms wat wittebrood, maar geen yoghurt, melk of kaas, zelfs geen blikje bonen. In een diepvries liggen grote zakken vis en vlees.
De communicatie in de groep is soms wat chaotisch. Zoals dat vertrek uit de stad de eerste dag bijvoorbeeld, waar we om 12.00 uur zouden starten. We kunnen dan nog niet vertrekken want Roy is nog met zijn kapotte dynamo in de garage. Als het lang duurt, gaat Radboud Roy zoeken. Roy komt een half uurtje later bij de groep en niemand weet waar Radboud is. Tenslotte hebben we via de telefoon contact met hem en hij komt weer onze kant op. De twee motorrijders vertrekken vast, maar als ze weg zijn blijkt dat we een andere route gaan rijden. Kai gaat achter hen aan om hen terug te halen.
De gemiddelde snelheid is nog geen 30 km per uur. We steken regelmatig ondiepe rivieren over, en soms is er helemaal geen pad. Er is continue concentratie nodig om de gaten te vermijden en het beste deel van het hobbelige pad te kiezen. Iedere auto laat stofwolken van drie meter hoog en tien meter lang achter zich. Het is de keuze tussen hitte of raam open en stof happen (tenminste voor degenen zonder airco, waaronder wij.)
Het weer blijft redelijk stabiel: een graad of 25, krachtige zon, koude wind. We rijden veel hoogvlaktes.
De bergen zijn prachtig, maar op de foto verbleken ze door het felle zonlicht. Regelmatig stoppen we bij een boeddhistisch monument, heel veel vlaggen en wenslinten, waar je drie rondjes omheen kunt lopen voor geluk.

Na een dag of vijf wordt besloten een kortere route te rijden. Verschillende groepsleden vinden dat we teveel kilometers maken en dat de slechte weg zoveel aandacht vraagt dat je te weinig van de omgeving kunt genieten. De gidsen vertellen dat ze de nieuwe route ook nog nooit gereden hebben. Ze willen 700 km in vier dagen dwars door de woestijn rijden, een directe route naar het zuidelijkste punt van Mongolië. De zon schijnt fel en er staat nog steeds een harde wind. We moeten eten, water en diesel inslaan om deze tocht te kunnen maken. De tocht gaat door een droog, zanderig gebied. We overnachten in een onverwacht prachtige vallei met zilverglanzende zonbeschenen hoge grassen die dansen in de wind en zelfs wat oude bomen.
De camper van Kor schudt zich moeizaam door de talloze droge greppels die het track kruisen, soms zie je de wielen de lucht in gaan. Wij zien ook dat het differentieel van de auto voor ons over de grond schuurt als we door de diepe sporen rijden met in het midden een hoge bult. Dat zal met ons differentieel dan wel net zo zijn. Regelmatig moeten we stoppen voor een lekke band van iemand. De motorrijders hebben het al opgegeven, zij vallen te vaak in het zanderige spoor.
De twee gidsen zijn het onderling niet eens over de route, we rijden soms verkeerd. Het terrein is enorm slecht, we rijden door mul zand of opgedroogde klei. De camper verbruikt hier 1 liter op 3 kilometer en Kor zegt dat hij door dit terrein de 700 km niet kan halen met zijn diesel. Joost en ik kunnen goed met Kor en Gretha overweg en wij bieden aan samen met hen richting Ulan Bataar te gaan rijden via mooie binnendoorroutes door de bergen met dorpjes en tankstations.

Met twee auto’s verder.
Het blijkt een goede keuze, we genieten enorm van dit ontspannen rijden in een kalm tempo. De weg voert ons tussen twee bergen van 3000 meter hoog door. Het is een relatief goed track en een mooie route. We zien drie gazelles lopen, kleine bergmarmotjes steken de weg over en blijven aan de kant nieuwsgierig naar ons kijken. Het is leeg hier, zelfs geen enkele ger. We bekijken een verlaten dierenstal, het is alleen een dak en wat omgespitte mest die in de zon droogt. Een klein hutje er naast, maar zelfs geen spoor van een kampvuur of een mogelijkheid voor een matrasje. Buiten lopen we over tientallen vierkante meters geitenkeutels. We vragen ons af hoe de dieren hier ’s winters gevoed worden, er is geen mogelijkheid om te hooien, er groeit alleen een soort bieslook en wat hard gras.
We bereiken het dorpje waar we willen tanken, de huizen zijn op afstand van elkaar gebouwd, overal waar wat oppervlakte is zonder grote keien. We vragen hier en daar naar diesel, een lieve vrouw met een kindje spreekt wat Engels en zegt: ‘Yellow house’. We rijden over onduidelijke zandpaadjes in de richting van een geel huis op een heuvel aan de rand van het dorp. Dan stopt er een dure nieuwe auto met een vlotte jongen in een trainingspak. ‘Rijd maar achter me aan’, zegt hij en scheurt over en tussen de grote keien door naar een gebouwtje. De bebouwing is wisselend: van kleine huisjes tot gers achter houten schuttingen met allerlei onduidelijke houten schuurtjes er bij gebouwd. Er is een groot speelplein, een standbeeld en een gemeentehuis, er zijn zelfs in de vertewindmolens. Naast de gers staan schotelantennes. Uit het gebouw waar we stoppen komt een jonge vrouw. Ze opent een schuurtje en daar staan vaten diesel. De jongen helpt met tanken. Dat gaat langzaam, ieder liter moet worden overgepompt in jerrycans van 20 liter. Dan doet de pomp het niet meer en moet de diesel met de mond het slangetje ingezogen worden. Ik wandel even het dorp in, iedereen doet net alsof ik daar woon en let niet op me. Ik kijk naar binnen bij een gebouw waar een bord met tekst boven de deur hangt. Het blijkt een biljartzaal te zijn. De vlotte jongen die diesel voor ons tankt komt uit Noord-Korea, vertelt hij. Dan komt er een motorrijder het terrein op lopen. Het is Berthus. We zijn erg verrast hem hier te zien. Hij vertelt dat Jan en hij gisteren helemaal de verkeerde weg hebben genomen en vannacht in de bergen overnacht hebben en het even niet meer zagen zitten. Ze vallen vaak en Berthus rijdt al enkele weken met gekneusde ri bben.
Gretha ziet intussen dat Kor zijn tweede lekke band heeft. Kor gaat de band verwisselen en dan is het alweer 14.30 uur. In het dorp is geen mogelijkheid om een band te plakken, maar dit is wel de laatste reserveband van Kor. We vinden een klein winkeltje, zoals gebruikelijk is er vooral snoep, frisdrank en zeep. Maar in een juten zak die langs de muur staat vind ik enkele witte kolen en in een hoekje staan vier literflessen water, dat is alweer heel wat.
We gaan een boterham eten aan het kleine riviertje even buiten het dorp. We zijn aan het uitzoeken welk track onze route is, als we Jan en Berthus zien rijden. We zien Jan weer vallen. Als we naar ze toe gaan blijkt ook Berthus problemen te hebben: de koppelingskabel is gebroken. Joost helpt met de reparatie en we besluiten na de reparatie vandaag verder met elkaar te rijden. We nemen een buitenband van Jan mee, omdat we elkaar weer zullen zien in Ulan Bataar over een kleine week.
Het pad gaat opnieuw over een hoge berg en we overnachten zo laag mogelijk, maar dat is toch nog op 2500 m. Het is koud. Ik bak pannenkoeken met wortels en linzen voor Jan en Berthus, koffie met cognac en een chocolaatje na en ze waarderen dat zeer. Jan vertelt dat zijn vader bij het Rode Kruis werkt. Hij vindt het heerlijk Frans te kunnen praten met Joost en leent ons tot morgenochtend zijn Lonely Planet, zodat we wat meer kunnen lezen over Mongolië, de geschiedenis en de mogelijkheden. Het Mongools is een totaal andere taal dan Russisch, de tekens zijn wel het zelfde maar de woorden lijken niet eens op elkaar. Er zijn twee grote politieke partijen, een democratische en een communistische.
De volgende morgen vertrekken de jongens weer verder richting Ulan Bataar. Wij nemen een mooie route die verder door de bergen loopt en uiteindelijk bij een stadje uit zal komen, zo’n 350 km verderop. De dagen verlopen rustig, zoals vakantiedagen horen te verlopen. Op de overnachtingsplek kom een overheidsautootje naar ons toe en vraagt om water, om een andere auto te kunnen helpen. We geven 5 liter water mee. Een uurtje later horen we twee auto’s stoppen. De man komt ons een grote fles gegiste paardenmelk brengen als dank.
Donderdag om een uur of elf komen we langs een meertje en Kor stelt voor de auto’s te wassen. Dat doen we. Uit de werkhanddoek van Joost zie ik een schorpioen komen kruipen van een centimeter of vijf. Hij valt op de grond en voor alle zekerheid doe ik bergschoenen aan. Een vuile,magere zwerfhond komt kijken, hij is schuw. We geven hem een hele hondenworst, speciaal voor dit doel meegenomen. Hij is rustig, maar je ziet aan zijn ogen dat je niet te dichtbij moet komen. We rijden verder en komen langs een ger. Een oudere vrouw en een klein bloot jongetje zwaaien naar ons (bijna iedereen zwaait). Kor stopt om een paar kinderlaarsjes te geven. Even later stopt Kor weer, maar nu omdat de accu staat te koken. Eén accu was een paar weken terug al stuk gegaan. De motor start niet meer. Het is nog 77 km naar de stad. Joost en ik rijden daar naar toe om twee nieuwe accu’s te gaan kopen. Als we 5 km op weg zijn, staan langs de weg een auto en een paar brommertjes en een stuk of tien mensen. Een man, helemaal onder de olie, komt naar ons toe. Of we zijn drie dochters een lift kunnen geven naar de stad. We laden er twee achterin de auto en één komt voorin tussen ons in te zitten. Na een uurtje roept ze ‘Masjien, masjien’ en wijst naar een witte personenauto. Ze wil er snel uit en praat even met de chauffeur. We rijden weer verder, tot de meisjes achterin de auto tegen de muur van de huif bonken. Ze zijn wagenziek. Na een korte pauze rijden we weer verder. Buiten de stad komt ons een auto tegemoet om de meisjes van ons over te nemen. De auto rijdt ons nog even naar een automaterialenbedrijf. Het stadje lijkt wat mogelijkheden te hebben, ik zie een supermarkt en een bank. Het oude mannetje van het bedrijf meet de meegenomen accu en gebaart ons hem te volgen. Hij doet de winkel op slot en opent een soort ijzeren bunker naast de winkel. Daar blijkt hij de kapotte accu te willen opladen. Neenee, nieuwe accu, gebaren we. Hij begrijpt het en doet de winkel weer open. In het magazijn heeft hij ongeveer de juiste accu’s, een linker en een rechter. Dat lijkt ons prima en die kopen we. Als we terug zijn bij de camper hebben Kor en Gretha bezoek gehad van gerbewoners, die ongeveer een kilometer van ons vandaan wonen. Een vriendelijke man met een hoed op en een klein meisje van een jaar of drie bij zich, voor op zijn brommer. Zij hebben een grote zak vol geitenkaas en een fles zelfgemaakte wodka gebracht. De accu’s blijken wel ongeveer te passen, maar het hadden twee rechter-accu’s moeten zijn. We sluiten er één aan en dat lukt, maar dan blijkt de motor toch nog niet te willen starten. Joost sleept met onze auto de camper (zo’n 6000 kilo) van de weg af en Kor gaat bellen. De communicatie met de groep lukt al dagen niet goed, af en toe komt er een berichtje, maar het blijkt dat de twee satelliettelefoons elkaar niet kunnen bellen. Intussen stoppen er regelmatig mensen om te vragen of we problemen hebben. Eén blijkt redelijk Engels te spreken. Hij belooft te zoeken naar een telefoonnummer van een transportbedrijf om de camper op te komen halen. We besluiten zijn bericht af te wachten tot de volgende ochtend 10.00 uur, drinken nog wat van de zelfgemaakte wodka, die de krachtige smaak van de geitenkaas heeft, een smaak die we al beginnen te herkennen omdat ook de zelfgebakken koekjes zo smaken. De volgende ochtend is er inderdaad telefonisch contact met een transportbedrijf. De eigenaar spreekt een beetje Engels. Het bedrijf komt solide over, per sms worden technische gegevens en coördinaten uitgewisseld. Zij melden dat zij een truck zullen zoeken waar de camper op kan. Voor 500 euro zullen ze de camper naar Ulan Bataar transporteren. We wachten af.
Aan het eind van de middag komen er twee mannen, die geen Engels spreken. Ze hebben een 4x4-auto en halen een trekkabel uit de auto, die op verschillende plekken gebroken is. Daarmee willen ze de camper naar het stadje slepen. Het lukt niet hen duidelijk te maken dat de camper een automaat is en niet op deze manier gesleept kan worden. Tenslotte, na een uur of drie moeizaam onderhandelen, stapt Kor in de auto en rijdt met ze mee om te gaan praten met de eigenaar, die een beetje Engels spreekt. Hij wil kijken of die eigenaar misschien toch een vrachtauto heeft waar de camper op kan, of iemand weet die een vrachtauto heeft. Rond 23.45 uur komt Kor met de twee mannen terug. Slaperig vragen we hem of hij succes had. ‘Nee’, zei hij. Hij had het onderweg koud gekregen, beide mannen rookten met de ramen open. De mannen in de auto eten wat en gaan ook slapen. De volgende ochtend blijkt een pat-stelling. De mannen kunnen ons niet helpen, maar willen wel de 500 euro. Na urenlang van beide kanten hetzelfde zeggen beginnen de mannen zich wat intimiderend te gedragen. Ze kijken onder en in onze auto’s. Tenslotte gaan ze toch akkoord. Als troost willen we hen de gekregen geitenwodka en geitenkaas aanbieden, maar ze trekken een vies gezicht en rijden weg.
Hoe nu verder? We zitten buiten telefoonbereik en de satelliettelefoon lijkt ook niet te werken.

  • 28 Augustus 2012 - 13:52

    Els Kors :

    Beste mensen, wij kennen elkaar niet, maar toch volg ik met veel interesse jullie reisverslagen. En ook die van de andere deelnemers. Wij hebben even overwogen om deze reis mee te gaan, maar waren er nog niet "klaar" voor. Er zijn inmiddels elkaar afwisselende gevoelens van spijt en opluchting dat we niet mee zijn. Wat hebben sommige deelnemers pech zeg vreselijk, maar na het lezen van dit positieve verslag overheerst de spijt. Complimenten voor de prettige leesbare verslagen. Zo voelt het toch een beetje of ik erbij ben, terwijl ik hier op kantoor gewoon aan t werk ben. Veel geluk en plezier met het vervolg van de trip en hopelijk zullen jullie het zonder problemen tot een goed einde brengen. Hartelijke groet van Els Kors

  • 28 Augustus 2012 - 14:35

    Anneke:

    Wat spannend allemaal! Wat een avonturen! En van mij had het best tien paginas mogen zijn hoor! Het is zo beeldend geschreven, zo fijn om te lezen. Als het met de camper niet lukt, misschien te paard verder? :-) liefs en dikke zoen

  • 28 Augustus 2012 - 14:47

    Heleen Smit:

    Hallo Marian en Joost,
    Wat een prachtig verhaal heb ik net gelezen. Ik was van heel veel dingen al op de hoogte omdat ik alle logs lees. Maar het leuke er van is dat iedereen weer iets anders beleefd ook al maken jullie dezelfde tocht. Dat mijn zoon gekneusde ribben heeft opgelopen was mij nog niet bekend. Jammer, want dat is zeer pijnlijk. Gelukkig heeft hij besloten zijn motor op te laten sturen. Een goed besluit denk ik want hij is al wat langer onderweg. Leuk dat jullie hem in de groep zo hebben opgenomen en dat hij bij iemand mag instappen. Ik wens jullie een gezellige en comfortabel verblijf toe in UB en kijk uit naar jullie vervolg verhaal.
    Een hartelijke groet van Heleen.

  • 28 Augustus 2012 - 15:08

    Constance Cox:

    Lieve Arjava en lieve Marian,
    Mongolie, het land met de ogen van mijn zusje.
    Is het daarom altijd zo bijzonder voor me geweest?
    Of is het wijdsheid, de hoorbare stilte. de wind en zijn spel?
    De magie?
    Mooi dat jullie daar nu rijden in het stof van de werkelijkheid.
    Niet alle woorden raken mijn netvlies, maar wel de grote lijn
    en de opvallende details.
    Fijn te lezen hoe jullie lijnen trekken door het landschap,
    die kruisen met elkaar en de ander.
    Ik hou van jullie.
    Geniet!
    Wees omarmd, Constance


  • 28 Augustus 2012 - 15:17

    Bart & Melissa & Vince:

    Lieve Marian en Joost,

    wat een prachtige verhalen!
    Ik heb een mail gestuurd naar het hotmail account van Marian.

    Liefs, doe voorzichtig en vooral... GENIET!

    Kus

  • 28 Augustus 2012 - 15:41

    Maja:

    Hoi wereldreizigers,
    Ik heb net Cor het hele verhaal voorgelezen. Het is of we erbij zijn.
    Ik hoop wel dat jullie op tijd weer thuis zijn want Cor en ik gaan een grote reis maken: van 23 tot 26 oktober naar terschelling!
    Knuffels van Maja

  • 28 Augustus 2012 - 20:09

    Irina:

    WAUW wat een reis hebben jullie!
    Al die ontmoetingen, ze lijken zo uit een film gestapt, je beelden zijn helder en prachtig, Marian!
    Sjonge wat een avontuur, smullen.... Kom maar op met die 10 pagina's, kan ik alvast intekenen voor het boek? Vooruitbetalen geen probleem.
    Hele dikke zilte zoenen vanaf hier, zo door de ruimte naar de zanderige vlakte daar, van Irina

  • 29 Augustus 2012 - 00:05

    Wies:

    lieve marian, je hebt me meegenomen op reis met je beeldende reisverslag.
    weet je al meer over de camping van onno?
    en wat ik me afvraag, die boterhammen, waar tover je die steeds vandaan
    als het eten zo schaars is?

    vol verwachting over het volgende bericht

    XWies

  • 29 Augustus 2012 - 00:11

    Jessica:

    Hey lieve tante Marian en ome Joost,
    Wauw tante Mar, ik wist dat je lange goede verhalen kan schrijven maar heb ik hier echt even voor moeten zitten haha en ik moet zeggen, dit las toch wel erg lekker weg! Die Russen klinken als precies mijn soort mensen, overal een feestje van maken (maar of dat nou met geweren moet zijn, een beetje overdreven vorm van Russische roulette wellicht?! ;) ). Wat erg van die Mongolische kinderen, hier zien we het ook heel veel. Een tripje naar de zogenaamde ‘Townships’ (achterstandswijken) staat wel op de planning, maar je moet er een sterke maag en redelijk veel moed voor hebben. En ook naar van Joost zn broer, was het nou ook zijn camping?? Veel sterkte iig. Voor de rest vind ik de Mongolische mensen maar een beetje arrogant, zijn jullie ondertussen wel alweer wat verder met de camper en het telefoonbereik? Ik vind het iig heel gaaf alle verhalen zo te lezen en volgens mij is het een zeer avontuurlijke reis!! Op naar het volgende verhaal :D Veel liefs en kussen vanuit Capetown! P.S. Één dezer dagen komt er ook weer een reisverslag van ons en bedankt voor je lieve berichtje onder de vorige!! :D

  • 29 Augustus 2012 - 05:54

    Hetty En Henk:

    Lieve medereizigers, wat een prachtig verhaal. Leuk om te lezen hoe het jullie vergaan is terwijl wij zo'n 500 km verderop door de woestijn ploeterden.
    We zijn toch wel een bijzondere groep, de saamhorigheid is erg groot en ik kan er erg van genieten.
    Liefs, Hetty

  • 29 Augustus 2012 - 11:18

    Arupam:

    Hoef hier geen complimenten meer te maken want dan ga je naast je schoenen zweven wat misschien wel prakties is met al die slechte wegen. Wel blij om weer wat van jullie te horen. Jammer dat jullie hoorden van Onno; dat had je later kunnen horen. Het restaurant en het zwembad zijn nog intact, maar dat is wel alles. Onno zegt dat hij de camping weer op wil bouwen maar persoonlijk lijkt dit me erg optimisties als je al bijna 70 bent. Wederom voel ik me dankbaar dat jullie auto zich zo goed houdt en dat er veel genoten wordt.
    Veel liefs van Arupam

  • 31 Augustus 2012 - 09:49

    Lia Welsing:

    Hoi Marian en Joost ,ik lees je verslagen vol bewondering van wat jullie moeten ontberen en meemaken ,ook de mooie dingen natuurlijk. Ik vind het knap dat jullie dit aandurven en doen en ook nog volhouden! Ik kijk nu alweer uit naar je volgende verslag,je hebt in mijn ogen ooit een verkeerd beroep gekozen,je had gewoon schrijfster moeten worden of verslaggeefster ; echt waar ! Maar ik ben blij dat tot nu toe alles goed gaat met jullie en wens jullie alle goeds en liefs van ons,maak er verders wat moois van en doe voorzichtig tot het volgende verslag maar weer xxxxx Jan en Lia .

  • 31 Augustus 2012 - 11:30

    Merel:

    Lieverds!
    Ongelooflijk wat een avonturen! Hoe gaat het met je vulling Marian..?
    Goede vraag van Wies, ik was ook al benieuwd waar de boterhammen vandaan komen haha! Wat voor brood hebben ze daar? En wat doe je er op? (geitenkaas?)
    Wel een beetje een eng, open einde.. Ik hoop wel dat er snel een vervolg komt!
    Veel liefs aan alle schapen, bergmarmotjes en eekhoorntjes, en een hele dikke kus voor jullie tweetjes!
    P.S. Gisteren heb ik m'n diploma gekregen, het was een heerlijke dag! Inmiddels ook gesolliciteerd voor een master in Nijmegen (een master voor mensen die al een master hebben, dan ga je 4 dagen werken en 1 dag naar school. Je werkgever betaalt je opleiding en reiskosten naar Nijmegen, dus een goede manier om werkervaring op te doen én nog een diploma te halen) en voor startend beleidsmedewerker bij Buitenlandse Zaken. Spannend!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marian en Joost

Actief sinds 20 Sept. 2008
Verslag gelezen: 2496
Totaal aantal bezoekers 70290

Voorgaande reizen:

10 Augustus 2022 - 28 September 2022

Georgië

01 Januari 2019 - 01 Januari 2020

Verhuizen

16 Juni 2017 - 10 September 2017

Gezellig met zijn allen naar Tajikistan!

12 December 2014 - 10 Januari 2015

Allemachtig prachtig Marokko!

31 Mei 2013 - 06 Juni 2013

New York, New York

22 Juli 2012 - 19 Oktober 2012

Gezellig met z'n allen naar Mongolië.

01 Oktober 2009 - 02 November 2009

Even naar Tunesië en Djerba

17 Oktober 2008 - 31 Januari 2009

Naar India via Turkije, Pakistan en Iran

18 Mei 2001 - 18 Mei 2002

Een jaar reizen 2001-2002

Landen bezocht: