Een kort verslag
Door: Marian en Joost
Blijf op de hoogte en volg Marian en Joost
19 Augustus 2024 | Letland, Riga
Inleiding.
Hoewel het in deze tijd van oorlog tussen Rusland en Oekraïne bijna een taboe lijkt om het te zeggen, hebben wij in 2001 enorm genoten van onze reis door west-Rusland. Overal werden we aangesproken alsof we familie waren. Joost werd gecommandeerd om mee te helpen dingen te sjouwen in de supermarkt, of we vonden groenten en fruit voor onze deur. Alles was simpel, overal was hetzelfde te koop, twee soorten brood, wat groenten van het seizoen, of plastic rommel en slechte sokken op de marktjes. Enorme reclameborden kondigden ambitieuze projecten aan, die echter nog wel gestart moesten worden.
Ik was nieuwsgierig naar de Baltische landen. Van een vriend hoorden we dat hij bijvoorbeeld naar een wijnbar ging en daar te horen kreeg dat hij zelf een flesje wijn mee moest brengen, de vergunning was nog niet rond. Dat is de ware Russische geest, dacht ik, daar wil ik heen.
De drie Baltische landen zijn ware pechvogels geweest de laatste eeuwen. Altijd streven naar onafhankelijk en overheerst door o.a. Rusland, Polen, Duitsland.
Na de Russische revolutie in 1917 gaf Lenin de drie landen hun onafhankelijkheid. Omdat ze flink hadden meegevochten tegen de onderdrukking van de tsaar dacht Lenin dat zij zich wel zouden aansluiten bij de Sovjet-Unie. Maar hij onderschatte de vrije geest van de Balten. Zij kozen voor onafhankelijke republieken.
Echter na de Tweede Wereldoorlog spraken Stalin en Hitler af dat bij het uitdelen van de landen die door Duitsland waren veroverd, deze drie weer bij de Sovjet-Unie gevoegd zouden worden. De Russen overheersten de landen krachtig en iedereen die geen sympathie had voor het Russische beleid werd naar Siberië gestuurd of vermoord. De KGB zorgde dat dit grondig gebeurde. Dus wat waren ze blij toen in 1990 de onafhankelijkheid weer in zicht kwam. Dit werd duidelijk door wat de Zingende Revolutie genoemd werd. Tijdens de perestrojka werden op vreedzame demonstraties de volksliederen gezongen. Deze vond in 1989 zijn hoogtepunt, toen een menselijke keten van 600 km hun oude volksliederen zong. Het zijn inmiddels veilige Europese landen, en daarmee is de vraag beantwoord van mijn schoonzusje Erica: ‘Waarom kiezen jullie voor die landen?’
Puntje van zorg is wel het ongeldige rijbewijs van Joost. Het was augustus 2023 verlopen en we zijn sinds maart 2023 bezig om een Frans rijbewijs aan te vragen. Zelfs de Franse ombudsman is ingeschakeld, maar tot nu toe nog zonder resultaat.
Ik heb een verklaring gemaakt in het Frans en Engels dat de aanvraagprocedure loopt en dat de reden van vertraging niets te maken heeft met de rijvaardigheid van Joost, maar slechts met een overbelaste administratieve overheid.
We vertrekken met onze luxe Mercedes-camper vanuit ons Franse huis, maar gaan eerst nog langs bij familie en vrienden in Nederland.
In Duitsland, bij de Poolse grens, worden we staande gehouden door de politie. Uiteraard valt de einddatum van het rijbewijs op, en Joost laat de Franse verklaring zien. “Wer kann das lesen.”, reageert de jonge politie-agente licht geïrriteerd. Maar we komen er toch mee weg.
Tip voor de lezer: heel spannend is deze reis niet, dus stop er met een gerust hart mee als je het druk hebt, je mist weinig.
Litouwen, 5 mei 2024.
Litouwen is het meest rijke en machtigste land van de drie. In het verleden heeft Litouwen zelfs Estland overheerst, en het rijk strekte zich uit tot aan de Zwarte Zee.
We kunnen niet anders in het begin, dan het te vergelijken met Polen. Meteen is er al de vertrouwde Euro in plaats van de Poolse zloty. En dan de wegen… waar we in Polen wegen hadden die aanvoelden alsof het asfalt door zwaar benevelde mannen was gerepareerd (wat best eens zo zou kunnen zijn, aangezien we die ’s morgens om negen uur al met een biertje in hun hand tegenkwamen), zoeven we Litouwen binnen op spiegelend asfalt. De grens was alleen herkenbaar door een bord met verkeerssnelheden. We gingen tanken voor de lage dieselprijs van € 1,49. Die was echter niet beschikbaar, alleen die iets duurdere van € 1,53, maar een kniesoor die daar over valt.
Goudgele koolzaadvelden straalden in de winterse zon. Het is wel mei, maar hier waait nog een koude noordenwind, terwijl we in Polen nog leden onder 28 graden, iets te warm voor ons.
Wandelen en zwemmen met Oki, onze forse herdershond, is hier een stuk prettiger. Waar we in Polen nog leden onder zwermen agressieve muggen en na het wandelen gemiddeld een stuk of vijf teken moesten verwijderen, is dat hier een stuk minder.
In Litouwen is ongeveer 70 % van de mensen katholiek. Echter nergens zien we Mariabeeldjes of kruisen. Na zo’n 35 kilometer komen we in Marijampole, een grote industriestad. Een centrum vinden we niet echt, maar wel een koffietentje. We bestellen zonder problemen in het Engels en ik krijg een whiskyglas met een bodempje cappucinno. Er ligt een kleine versnapering naast en dat blijkt een rolletje heel kleine zuurtjes te zijn. De moderne muziek staat hard aan en twee jonge, vlotgeklede vrouwen kijken vertederd naar Oki. Aan de muur hangen een stuk of tien hertengeweitjes en overal staan bloeiende planten.
We overnachten aan de rivier, een kilometer of 15 voorbij de stad. Zonnensterretjes dansen op het water, een ooievaar zoekt naar wat breedbekkikkers, in het weiland loopt een kraanvogel. Als we langs de rivier wandelen staan er ronde houten verkleedhokjes voor mensen die willen zwemmen. Overal bloeien seringenstruiken. We beginnen te ontspannen.
De volgende morgen vinden we het drinkwater van Oki, dat nog buiten stond, bevroren tot een blok ijs. Nog een laatste blik op de prachtige rivier, en dan weer op pad, 75 km naar Jubarkas. Onderweg kijken we onze ogen uit. Oud-Russisch en modern Litouws wisselen elkaar af. Traditionele houten huisjes met versieringen rond de ramen en gevel en allerlei soorten gekleurd hout wisselen de strakke Scandinavische huizen in meestal donkerrood af. Overal zijn villawijken. Op de weg houdt een Russische tractor de snelle dure auto’s op. Op deze kleinere weg kan een enkel gat nog niet met asfalt zijn gevuld, maar meestal is de lappendeken goed bijgewerkt.
We bezoeken een kunstgalerie en tot onze verbazing is daar een vaste tentoonstelling van Nederlandse meesters. Vele etsen van o.a.Rembrandt en Dürer. Verder een uitgebreide expositie van Goya en ten slotte nog twee exposities van Litouwse kunstenaars.
We wandelen rond in Jubarkas. Parkeergelegenheid is geen probleem en de mannen in de politie-auto knikken ons vriendelijk glimlachend toe. In het park staan grappige banken, gemaakt door lokale houtsnijwerkers. Ik doe boodschappen en merk dat yoghurt hier een schaars product is. Wel met allerlei smaakjes, maar natural zonder suiker vind ik niet. Aarzelend koop ik een zakje waar yoghurt op staat, maar eenmaal thuis blijkt het zoete drinkyoghurt. We vinden het enige koffietentje, een prachtig groot gebouw met een eigen park en een koepelvormige serre. Perfecte cappuccino voor € 2,50. Het loopt tegen twaalven en veel mensen komen lunchen. Op de kaart staan vooral pizza’s en burgers.
Wij gaan onze eigen tosti eten in ons geweldige Mercedesbusje, aan de rivier natuurlijk. We willen deze volgen tot aan de kust, nog zo’n 110 km. Interessant is dat de rivier over 10 km de grens wordt met de Russische enclave, Oblast Kaliningrad. Dit gebied ligt ingeklemd tussen allemaal Europese landen, het is na de Tweede Wereldoorlog aan de Russen gegeven en was oorspronkelijk Pruisisch. De mensen daar gaan echter graag op vakantie in Polen en waarderen de westerse denkwijze. Toch is het gebied voor Rusland heel belangrijk, vooral de marinehaven aan de Oostzee. Er zijn wat kernraketten opgeslagen.
Morgen vervolgen we onze weg langs de prachtige rivier de Memel, we voelen ons geen moment onveilig.
Letland, 9 mei.
Van de Memel zagen we helaas niet veel, er stonden overal bomen tussen de autoweg en de rivier. Af en toe zagen we een uitkijktoren, en toen waren we ineens bij de Letse kust. Joost is begonnen aan het boek ‘Baltische zielen’, dat we van Marja meekregen. Het zijn 27 levensverhalen, maar mede door de foto’s van de mensen waar het over gaat, is het interessant om te lezen.
Letland is het kleinste land, het is Protestant en heeft meer affiniteit met Duitsland.
Als we koffie drinken in diverse koffietentjes merken we dat alle serveerstertjes vertederd naar Oki kijken. Overal krijgt hij water aangeboden, soms in een bierglas, soms in een soort plastic deksel. Van ons krijgt Oki altijd brokjes in zijn eigen blauwe brokjestrommeltje. De serveerster vraagt of hij water wil en als we knikken, pakt ze het bakje weg onder de nog etende Oki om er water in te gaan doen. Gelukkig hebben we Oki al jong geleerd dat hij daar meestal beter van wordt, maar het was toch wel een verrassende actie voor ons alle drie.
De eigenaresse spreekt – zoals de meeste bareigenaren hier – vlot Engels en ze vertelt dat ze zes jaar in Ierland heeft gewoond. Ze heeft het café leuk ingericht, met een boekenkastje en kinderspeelgoed.
’s Nachts staan we in een dok met oude schepen. Een man schildert met een klein kwastje en een potje verf onverdroten door aan het grote schip. Hij vertelt dat hij allebei de schepen die hier liggen wil opknappen en ze weer zeewaardig wil maken. Het dok bruist van de activiteit, vanaf ’s morgens half zes tot ’s avonds laat is het een komen en gaan van hengelaars. We wandelen door het dorp en zien een overdaad aan creatieve boten, van een terras in bootvorm tot vuilnisbakken met metalen bootvormige uitsnijdingen. Twee jongetjes van een jaar of tien willen ons een politiek krantje geven. We pakken het aan en zeggen thank you. Het jongetje antwoordt in vlot Engels. Joost vraagt of ze dat al op school leren. Nee, hij luistert goed naar de tv en daardoor heeft hij het zichzelf geleerd, antwoordt hij.
We trekken verder en merken op dat de hoofdwegen goed zijn, maar de secundaire wegen toch wel vergelijkbaar met Polen. En waar in Litouwen de huizen hun eigen moestuintjes hadden, staan hier aan de rand van de steden datsja’s. Veel huizen tonen wat achterstallig onderhoud. De Russische grijze grote flatgebouwen vertonen het gebruikelijke verwaarloosde beeld van betonrot, scheuren en verzakkingen. Het verbaast ons niet als we op het nieuws horen dat er in Rusland een flat is ingestort.
Overal wandelen ooievaars langs de weg en die zijn hier ook hard nodig, het bewonersaantal daalt.
We luisteren naar de Russische zender en horen dat het over Max Verstappen gaat.
Ik bezoek deze keer de grootste supermarkt die we kunnen vinden, op zoek naar gewone yoghurt. Ik koop ook wat groente, het valt nog niet mee om het juiste product te vinden op de weegschaal met een computer met de producten. Eenmaal – al enigszins uitgeput – alles gevonden wat ik nodig heb, zoek ik een kassa. Er zijn wel tien zelfscankassa’s en één gewone kassa met een lange rij, daar sluit ik achter aan. Achter me staat een oudere man. Hij wijst naar de bloemkool in mijn karretje en zegt er iets over. Als ik zeg dat ik geen Lets spreek, lijkt hem dat niet veel uit te maken. Uit zijn gebarentaal maak ik op dat ik beter een grotere bloemkool had kunnen uitkiezen. Ik knik instemmend. Als ik moet betalen blijkt dat het een pinkassa is en dat mijn pasje niet past in het apparaat. Gelukkig is het een klein bedrag en kan het contactloos.
’s Avonds staan we weer op een prima Park4Night-plekje, een app met overnachtingsplekjes in de natuur. Alle parkeerplekjes hier zijn goed verzorgd. Aan de kust staan overal verkleedhokjes en op de parkeerplekjes tussen de bomen zijn vaak toiletten. Deze avond is er zelfs een invalidentoilet, maar als ik de wat bredere deur opentrek, is daar net als in het gewone toilet alleen een gat in de grond. Af en toe zie je toch de Russische geest hier terug.
Zo ook in Liepja, die volgens de grote borden de cultuurstad van 2027 zal zijn. We beginnen natuurlijk met koffie en vinden een parkeergelegenheid voor 40 minuten, speciaal voor gasten van de bakker met lunchgelegenheid. Hoewel modern ingericht, is het publiek hier anders dan in Litouwen. Aan verschillende eettafeltjes zitten oude vrouwen met gerimpelde gezichtjes, geverfd haar en zwaar opgemaakt, zich al babbelend tegoed te doen aan een soort high tea.
We wandelen door het centrum, waar oude gebouwen uit 1907 afwisselen met hypermoderne constructies. Ook de winkels zijn afwisselend, met soms een inrichting helemaal in het roze, met op de stoep ook roze tafeltjes en stoeltjes. Etalagepoppen met pikant ondergoed aan in een halfdonkere etalage met roze vitrage. Spitse torens en af en toe een groene koepel.
De hobbelige wegen, soms met wat ongelijk gravel of toch wel aardig wat gaten zijn vermoeiend reizen. We hebben onze hele camperinrichting inmiddels ingepakt met handdoeken tegen rammelen. Af en toe valt er, net als vroeger in de Toyota, een boekje of landkaart op Oki zijn kop.
Ons drinkwater begint op te raken en het kraanwater hier is niet veilig om te drinken, hebben we begrepen. In een volgende grote stad zien we een paar oudere mannen en vrouwen bij een pompje staan met jerrycans. Joost gaat het vragen en ja, dit is prima drinkwater. Wat een mazzel. De was begint zich op te stapelen en we zijn wel toe aan een douche, het wordt tijd voor een camping.
We hebben inmiddels de meest noordelijke punt van het schiereiland van Letland bereikt, een stil gebied waar heel weinig is. Ook geen wifi. Wel vinden we prachtige plekjes aan de kust. Dat we privé-strandjes hebben hier, daar zijn we inmiddels al aan gewend. Soms zwemmen er zwanen en staan er aalscholvers op de paaltjes in het water. De geur van de zee, de vogelgeluiden, de zon en koude wind, we vinden het heerlijk.
Nachtplekjes zijn hier echter niet en ook de app kan ons niet helpen, aangezien we al twee dagen zonder wifi zitten. We slaan maar eens een weggetje in richting kust, dat echter eindigt op de parkeerplaats van een groot spiritueel centrum. Joost denkt dat zij niet moeilijk zullen doen en rijdt nog wat verder, maar onmiddellijk komt een vriendelijke meneer ons terug sturen, omdat dit hun privéterrein is.
Uiteindelijk vinden we een piepklein plekje tussen bomen en struiken, waar de deur niet open kan vanwege de struiken, maar waar we kunnen slapen.
De volgende morgen rijden we naar Riga, een stad die ons aan Amsterdam doet denken vanwege de vele opgebroken straten, het multiculturele publiek en rekken vol dezelfde witte fietsjes.
Dan vinden we een camping, die wel heel erg ideaal is. Het seizoen begint hier pas in juni, en we krijgen een rustige plek aangewezen tussen de dennenbomen. Als we naar beneden lopen is daar een groot strand.
We verkennen de plek, het is 17 graden en nog steeds een koude wind, maar wat verderop liggen de Finnen in hun zwemkleding. Ik heb een dikke jas aan en een das om en we lachen vriendelijk naar elkaar.
Het is inmiddels al 15 mei, over drie dagen vertrekt onze boot naar Stockholm. Even een paar dagen rust op deze idyllische plek. Er zijn zelfs luxe douches, waar je voor 50 cent per minuut kunt douchen. Joost lukt het met twee muntjes, één voor het inzepen en één voor het afspoelen. Buiten in het zonnetje zit hij te lezen, het boek van Bart ‘De man aan de overkant’ , een leuk reisboek over een man die met de motor een rondreis maakt door al die landen die wij ook bezocht hebben, zoals Georgië en Tajikistan. Tot nu toe hebben we een heerlijke reis, ontspannen en interessant.
Estland.
Dit is het meest noordelijke land. Het is schoolvakantie en overal zien we ouders leuke dingen doen met hun kinderen. Speeltuintjes, snackbars, strand. De mensen lopen in goedkope kleren, we zien bijvoorbeeld weinig mode zoals bij ons, gescheurde spijkerbroeken of dure sneakers.
De koffietentjes gaan overal pas om 12.00 uur open en na de grens drinken we koffie in de zon bij een tankstation.
Het land oogt dunbevolkt en vredig. Behalve de muggen, die worden groter en wolken overal om ons heen. De steden zien er gezellig uit, met parkjes waarin veel mensen wandelen of zitten, fonteinen, terrasjes. De wijken bestaan uit grote houten huizen uit de Sovjet-tijd, geschilderd in allerlei vriendelijke kleuren. Als we de stad uitrijden zien we dat er veel meer loofbomen zijn hier, afgewisseld met velden die een zee zijn van felgele paardenbloemen. Een enkel boerderij, af en toe komt een auto ons tegemoet of een tractor. Er zijn zelfs geen windmolens, wel veel zonnenpanelen. De strandjes zijn schoon en stil. We zien in een klein stadje een houten richtingaanwijzer naar een foto-expositie. We stoppen bij het gebouw en ik stap gewoon naar buiten, gekleed in lange broek en t-shirt. De prachtige natuurfoto’s hangen buiten aan een lange waslijn. We lopen er eerst op ons gemak langs, maar ik eindig het cultuuruitje met snel een paar foto’s en hol dan naar de auto, vergezeld door hongerige muggen.
We reizen zo’n beetje van strandje naar strandje, de temperatuur begint op te lopen en dan is het alweer 18 mei en vertrekt onze nachtboot naar Zweden.
Ik koop nog wat laatste flesjes wijn e.d., die in de landen hierna minstens driemaal zo duur zullen zijn. In het grote winkelcentrum hangt een foto-expositie, deels over de oorlog in Oekraïne, en deels met foto’s van de zangevenementen die hier in Estland regelmatig plaatsvinden. Mensen dragen bloemenkransen op hun hoofd, dansen in de regen en zingen met wel 100.000 stemmen hun traditionele liederen.
Tevreden kijken we terug op een heerlijk rustige vakantie in landen waar we overal vriendelijke en behulpzame mensen hebben gezien. We zijn met rust gelaten en de sfeer is wat afstandelijk, maar respectvol. Joost is het met me eens, hij kijkt altijd naar het rijgedrag en ook dat is hier heel beleefd, en dat terwijl er veel minder camera’s langs de weg staan dan bijvoorbeeld in Polen.
We gaan naar onze Finse familie en verheugen ons op het weerzien.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley