Sex and the city. - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu Sex and the city. - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu

Sex and the city.

Blijf op de hoogte en volg Marian en Joost

03 September 2012 | Mongolië, Ulaanbaatar

No sex today?
Tja, daar staan we dan. Het was net zo moeilijk om van die twee transportjongens af te komen, als het was om ze hier te krijgen. En wat nu? Kor krijgt met zijn satelliettelefoon Jos te pakken, die al een week in big city Ulan Bataar is, o.a. om een dynamo voor Roy zijn Toyota te zoeken. Aangezien één op de drie auto's hier een Toyota is, zou dat geen probleem moeten zijn. We horen dat de dynamo daar toch echt niet te koop is en inmiddels in Nederland is besteld. Kor concludeert dat zijn Amerikaanse auto met alle elektronica dan daar vermoedelijk ook niet gerepareerd kan worden. Dat zou betekenen dat de camper na de stad nog 300 km. verder naar de Russische grens zou moeten, om in Rusland een garage te gaan zoeken.
Kor en Joost besluiten naar Bayanhongor te rijden en daar rond te vragen of er iemand een vrachtwagen weet. Ze geven ons een afscheidskus en stappen in de auto. Er komt net een man van een jaar of 25 op een klein paardje even langs, zoals hier de hele dag door gebeurt. De ruiter, Gretha en ik zwaaien onze mannen uit en ik neem een foto van hem met zijn paardje. De ruiter zwaait naar ons en tikt op zijn wang. We gaan binnen zitten, hordeur dicht en camperdeur open, en kletsen wat. De man blijft om de camper heen draaien, roepen en begint obscene gebaren te maken. ‘Ga weg’, roept Gretha boos, maar hij blijft lachen, zwaaien, zijn kruis wrijven en aandacht trekken. Op een gegeven moment staat hij op het campertrapje met zijn gezicht tegen de hordeur gedrukt naar binnen te kijken. Gretha neemt haar kans waar en mept hem flink met een tijdschrift op zijn neus. Daar schrikt hij toch wel van en even later zien we hem op zijn paardje weg galopperen. Voor alle zekerheid doen we toch maar de camperdeur dicht en op slot, heel verstandig, want een half uurtje later komt hij terug met twee vrienden in een auto. We doen de gordijnen voor de ramen, maar kunnen door een kiertje nog wel zien of ze er nog zijn. Na een half uurtje roepen en op de deur kloppen geven ze het definitief op.

Om een uur of vier stopt er een vrachtauto en even later ook de pick up van Joost. Onze helden hebben succes gehad! We vertellen van de vervelende mannen en Joost wordt heel, heel boos. Straks lees je nog wel hoe boos. Maar eerst moet de camper op de vrachtwagen geladen worden. Een klus waar we met ons allen, inclusief alle buren uit de gers, mee bezig zijn. De camper naar de plek trekken waar de vrachtauto wat lager staat, de vrachtwagen uit het zand trekken, de camper naar de nieuwe oplaadplek trekken, we hebben het er druk mee. Joost vraagt aan me of ik een foto heb van de man die ons lastig viel, en die heb ik. Daarmee gaat hij rondvragen of iemand hem kent en het blijkt dat de lastpak de zoon is van één van onze helpers. Joost gaat naar vader, laat de foto zien, trekt dan zijn broek naar beneden, pakt zijn enorme mes en maakt een snijbeweging onder zijn pik. Dan wijst hij naar Gretha en mij en roept allerlei boze dingen. We denken dat pa het wel begrepen heeft en zijn zoon hierop aan zal spreken.
De klus is geklaard, Kor en Gretha klauteren in de auto en we rijden voor de laatste keer de inmiddels vertrouwde route naar het stadje Bajanhongor. We spreken af elkaar de volgende ochtend om 08.00 uur weer te zien om nog een stuk met elkaar verder te rijden. Als de vrachtwagen om 09.00 uur nog niet op de afgesproken plek is, maakt Joost twee mooie kunstwerkjes met op karton de tekst: Kor, we zijn al vertrokken. Deze hangt hij op duidelijke plekken (Kor heeft ze overigens niet zien hangen, gelukkig hebben we de foto nog) en we gaan op weg, de laatste 700 km. naar Ulan Bataar. Daar komt de hele groep de komende dagen weer bij elkaar in guesthouse Oasis, een bekende ontmoetingsplek en soort camping voor westerse reizigers.
De weg is slecht, heel slecht. En het erge is dat ernaast honderden kilometers mooie asfaltweg ligt, maar die is nog niet helemaal af en is gebarricadeerd door aarden wallen.
We overnachten op een veldje vol geurige kamilleplantjes. ’s Morgens worden we wakker van het getrip van grondeekhoorntjes op ons dak en overal horen we muisjes piepen. Dat brengt ons op een idee: de 15 stukken gekregen geitenkaas vinden hier een goede bestemming. De geitenwodka houden we nog even.
We gaan weer verder, nog 350 km. naar UB. Het blijft mooi weer, blauwe lucht en witte wolken. Onderweg passeren we gers en kuddes. Als de wind onze kant op staat, komt er regelmatig een stevige stank van de gers vandaan. We rijden nog steeds op zo’n 1500 tot 2000 meter hoogte. En dan mogen we de nieuwe asfaltweg op. Die blijft maar heel kort nieuw. Toeterend (overstekend vee) en slalommend (gaten) vervolgen we onze weg. Regelmatig staat er een kapotte vrachtwagen, of we passeren een toeristenger met wat kamelen. Soms een dorpje met kleurige daken en langs de snelweg een rijtje winkels. Hier en daar wordt het asfalt gerepareerd. We komen in de buurt van de vallei, hier staan de schapen, geiten, koeien en paarden vaak te baden in de plassen regenwater. Af en toe draaft een traditioneel geklede Mongool (jas met gekleurde ceintuur) op een klein paardje langs, een lange dunne stok met een grote lus aan het eind in zijn hand.

Ulan Bataar
Daar is ze dan, als een kom koffie met dampende smog erboven. Verschillende mensen lopen met gezichtmaskers voor. We zien sexy geklede meisjes in kanten jurkjes en met heel hoge hakken, flanerend op de modderige en kapotte stoep. Om de tien meter een reclamebord van karaokebars boven kleine kapotte deurtjes, verwaarloosde flats, hoge moderne gebouwen, glanzende witte Japanse auto’s (stuur rechts).

Joost over de stad:
‘Zo leeg als het land is, zo vol is deze stad. We rijden de hoofdstraat in en staan meteen in een ellendige eeuwigdurende file, waarin niemand een ander een centimeter ruimte geeft. De busbaan, de stoep (of wat daarvoor doorgaat), overal scheuren auto’s als het maar even kan. Als we gaan lopen gaat dat niet goed, want auto’s eisen alles op. We worden bij een oprit zelfs bijna overreden. Ik schreeuw tegen de chauffeur en trap tegen het portier, maar het heeft geen enkel effect. Ik doe hier iets niet goed. Ik zie overal mensen niet reageren, ook als wij de weg, of wat dan ook, vragen. Als we de bus nemen en het Mongoolse kaartje laten zien waar we heen moeten, wordt de deur over me heen dichtgeklapt, zodat ik er gewoon tussenzit. Vreemd.
Ook de mensen uit onze groep vertellen ons van acties die maar niet willen lukken. Roy was bij de officiële Toyotagarage en daar spraken ze twee woorden Engels: yes en no, die wisselen ze zo af dat je twijfelt of het antwoord bij je vraag past. De Ford van Kor kan niet worden gerepareerd bij de garage, zelfs niet na te zijn uitgelezen door de computer.
De stad is onvoorstelbaar smerig, stof, stank en uitlaatgassen vullen de atmosfeer.’

Het verkeer is dus grof, er wordt veel getoeterd, gesneden, geduwd en gedrongen. Joost is daar niet bang voor en duwt stevig mee. Af en toe zet ik de buitenspiegel weer recht, verder komen we er zonder krassen of ruzie vanaf. Na ruim twee uur zijn we de stad door en vinden onze bestemming: Oasis. Een kleine parkeerplaats, enkele gers waar je in kunt slapen, een eetzaaltje, douche, wifi, een vitrine met gebak, supermarkt met allerlei luxe artikelen (fruit, groente, kaas) en dat alles op een terrein van 1000 m2. Een deel van de groep is hier al in Oasis en de rest komt de komende dagen binnendruppelen. De verhalen komen los. Verdwaald in de woestijn, gidsen die de informatie van de gps niet wilden accepteren, vooral Hetty en Henk opnieuw veel autopech. Lucca het hondje heeft aan het infuus gelegen bij de dierenarts en heeft zoveel medicijnen gekregen dat ze wel heel gezond moet zijn om dat allemaal aan te kunnen. Ze is sinds twee dagen aan het opknappen. Het zal altijd een raadsel blijven wat de oorzaak van haar ziekte is geweest, de diagnoses wisselden elkaar af en eindigden met dat men het niet wist.
Joost en ik wandelen naar de Zwarte Markt, op zoek naar motorolie en voor Roy een V-snaar. Onderweg snijdt een auto ons en duwt Joost opzij, alsof hij niet bestaat. Joost wordt driftig en schopt tegen de auto, de chauffeur reageert niet. Dan vindt Joost een flink stuk dik ijzerdraad en houdt dat tijdens het lopen horizontaal vast, waarna de auto’s toch gepaste afstand houden. De Zwarte Markt – verkoop uit bunkers - begint pas ’s middags, merken we, en de paar bunkers die al handelen kunnen ons niet helpen.
De volgende dag gaan we met Arend naar het Nationaal Mongools Museum. Daarvoor kun je gewoon langs de kant van de weg gaan staan en met uitgestoken arm staan, of met je hand wapperen. Op de heenweg stopt er al snel een auto (je kunt niet zien of het een taxi is). Het museum is interessant, drie verdiepingen geschiedenis en cultuur. We eten wat in de stad en wapperen weer voor een taxi. Deze keer duurt het heel lang, we lopen intussen maar vast in de goede richting. Uiteindelijk lukt het toch, gelukkig, want het is ruim een uur lopen, we zijn moe en het is warm.
’s Avonds hebben we groepsoverleg, dat loopt zoals inmiddels traditie is: chaotisch. Kor zijn camper kan niet gerepareerd worden, de garage heeft verschillende diagnoses gegeven, steeds als ze er één niet konden oplossen, was het een ander probleem. De laatste diagnose volgens de garage: twee van de acht cylinders zijn stuk (klopt niet volgens technici in onze groep) en het duurt een maand voor die van Amerika naar Mongolië gestuurd zijn. Henk zal met zijn vrachtwagen Kor naar de grens trekken (300 km.), want Henk en Hetty hebben nu zoveel technische problemen op moeten lossen, dat ze geen zin meer hebben in het tweede deel Mongolië. Kees en Jos zijn hier al tien dagen en willen wel weer weg, Joost en ik zijn de stad ook al behoorlijk beu, zoals je wel hebt kunnen begrijpen uit de tekst van Joost. Wij besluiten met drie auto’s de volgende dag vast op pad te gaan. Henk en Kor doen nog een paar dagen een citytour met één van de gidsen en gaan dan richting grens. Sommige mensen hebben nog niet voldoende avondjes stevig uitgaan gehad. Anderen zijn net pas aangekomen en vertrekken als ze uitgerust zijn, zaterdag. Met de groep besluiten we nog een gezamenlijke ontspannen route van zo’n 1000 km. te gaan doen met acht auto’s en één gids, we hebben nog 12 dagen. Kloosters, hot springs en natuurreservaten.
De volgende ochtend hebben we nog twee dingen te doen in de stad: het beltegoed van de in Mongolië gekochte gsm opwaarderen en lucht uit de remleidingen pompen. Eddy de gids zegt dat we gewoon bij de supermarkt ons beltegoed kunnen laten opwaarderen. We stappen naar binnen en vragen de twee mooie, intelligente meisjes naar Mobicard, wijzen op onze gsm. Jaja, knikken ze. ‘Hier?’ vragen en wijzen we. Jaja, knikken ze. Ik pak mijn portemonnee en pak enkele biljetjes, kijk hen vragend aan. Ze staren uitdrukkingloos terug. We herhalen de procedure, er verandert niets in hun reacties. Dit lijkt een patstelling. En dan is daar een engel, die Engels spreekt. Het blijkt dat we de meisjes geld en ons telefoonnummer moeten geven, en zij maken dan via hun telefoon geld over. Zo simpel kan het dus zijn, helemaal opgelucht en de helpende engel overdankbaar, vertrekken we met een hoger beltegoed.
Missie twee is de remleidingen ontluchten. We vinden de garage die Oasis ons aanbevolen heeft, ziet er goed en modern uit. Na enig zoeken vindt de receptioniste iemand in het bedrijf die een woordje Engels spreekt en daar kunnen we aan uitleggen wat we willen. We moeten wel een uurtje wachten, maar we hoeven niets te betalen en dat is een toch een positief afscheid van deze stad. Als we de stad uitrijden is Joost in dagen niet zo vrolijk geweest.

(N.B.: boterhammetjes tussen de middag: roggebrood uit Nederland, drie maanden houdbaar.)

  • 03 September 2012 - 11:30

    Maja:

    Net jullie verhaal voorgelezen aan Cor.
    Wat een wonderlijke contrasten - die stad en dat land! en dan die man die hoopte een paar lichte vrouwen te hebben gevonden!
    Hier worden sleuven door de tuin en de straatjes gegraven om een nieuwe gasleiding te leggen. Het lek is niet gevonden in onze huizen of boven de grond. Floris zei al "Maar geen onkruid wegbranden voorlopig."
    Nadja heeft gezongen bij de opening van papa's fototentoonstelling in Frankrijk en Irina heeft in Terschelling een van mijn knipsels verkocht.
    De Beemsterviert 400-jaar droge voeten. Het is een mooi feest!
    Joost, niet boos worden! Beter je verbazen en verder genieten!
    Koes van Maja

  • 03 September 2012 - 13:54

    Heleen Smit:

    Hallo Marian en Joost,
    Ja, ik had al het een en ander gelezen op de andere weblogs over UB. Een merkwaardige stad. Wat moet dat een vreemde ervaring zijn als je uit zo'n leeg gebied komt met vriendelijke mensen in plaats van seks maniakken. Zo heeft iedereen zijn/ haar eigen ervaringen. Het is prachtig om dat allemaal te lezen en op die manier met jullie mee te reizen. Ik kan me voorstellen dat het een feest was om de stad uit te rijden in plaats van in. Ik wens jullie nog veel plezier toe voor het vervolg en kijk uit naar jullie vervolg verhaal en prachtige foto's.
    Groet van Heleen Smit.

  • 03 September 2012 - 21:16

    Wies:

    lieve Marian en Joost,

    Dank voor je toelichting over de boterhammetjes, natuurlijk, ik had het kunnen weten!!!
    Wat een onverschrokken dames zijn jullie en wat een daadkracht van Joost, zowel met die vent als met het verkeer. Ik blijf met verwondering lezen over alles wat jullie meemaken.
    Waar is de plek dat jullie omkeren? Na de kloosters, hot springs en natuurreservaten?
    Geniet er nog van.
    Hier is alles goed, de scholen en de files en daarmee ook mijn lessen zijn weer begonnen.

    liefs

    Wies

  • 20 September 2012 - 19:16

    Hetty Vollenbroek-Janssen:

    Dag lieve reizigers,
    Wij zijn inmiddels in Ekaterinenburg, een prachtige stad voor zover wij vanmiddag hebben gezien. We zijn naar de 'kerk op het bloed' geweest, indrukwekkend! Ik ga er nog over schrijven. Morgen komt een deel van de groep hier naartoe.
    goede reis gewenst verder!
    Liefs van Henk en Hetty

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marian en Joost

Actief sinds 20 Sept. 2008
Verslag gelezen: 2229
Totaal aantal bezoekers 70809

Voorgaande reizen:

10 Augustus 2022 - 28 September 2022

Georgië

01 Januari 2019 - 01 Januari 2020

Verhuizen

16 Juni 2017 - 10 September 2017

Gezellig met zijn allen naar Tajikistan!

12 December 2014 - 10 Januari 2015

Allemachtig prachtig Marokko!

31 Mei 2013 - 06 Juni 2013

New York, New York

22 Juli 2012 - 19 Oktober 2012

Gezellig met z'n allen naar Mongolië.

01 Oktober 2009 - 02 November 2009

Even naar Tunesië en Djerba

17 Oktober 2008 - 31 Januari 2009

Naar India via Turkije, Pakistan en Iran

18 Mei 2001 - 18 Mei 2002

Een jaar reizen 2001-2002

Landen bezocht: