Dit is Rusland, schat... - Reisverslag uit Saratov, Rusland van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu Dit is Rusland, schat... - Reisverslag uit Saratov, Rusland van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu

Dit is Rusland, schat...

Blijf op de hoogte en volg Marian en Joost

28 September 2012 | Rusland, Saratov

(De vorige keer heb ik niet alle foto’s kunnen toevoegen bij het artikel, we werden er bij MacDonald na een half uur uitgegooid, dus als je zin heb kun je de rest ook nog even bekijken.)
Dank voor jullie leuke en lieve reacties! Je oventje kennen we, Arupam. Geweldig dat het zo'n succes geweest is!

Ritje binnendoor naar Babbushkin.
Na de grens rijden we 150 km glad asfalt. Onderweg zien we zo nu en dan een politie-auto langs de kant, maar na een paar keer ontdekken we dat de auto van beschilderd plaatwerk is. We bereiken een grote parkeerplaats en gaan bij elkaar staan voor groepsoverleg, de moeite waard nu we weer met vijf auto’s zijn. Een paar Russische chauffeurs vinden het er wel gezellig uitzien en komen er bij staan. Naast de parkeerplaats rijden we wat verder de lage heuvels in en vinden een prachtige nachtplek tussen de hoge sparren. Er is uitzicht op een groot meer, een meer dat we de komende dagen nog goed zullen leren kennen. De kampvuurtjes branden al snel en verjagen de muggen. De laatste twee auto’s komen aanrijden met Cees, Cara en Joan. Cees vertelt hoe zij hun prachtige koeienschedel met krulhorens moesten inleveren bij de grens, die moest in een vreemde kofferbak terug naar Mongolië. We overleggen hoe nu verder. Je kunt via het asfalt een flinke U-bocht maken van een kleine 200 km. en komt dan aan het Baikalmeer uit. Maar je zou ook recht kunnen oversteken via kleine weggetjes door die bergen die we aan de overkant van het meer zien, naar het plaatsje Babbushkin, 70 km hemelsbreed. Joost wil dat wel, Joan ook. De route staat niet op gps en we hebben er ook geen kaart van. De volgende ochtend vertellen Cees en Cara dat ze ook wel mee willen, en zij hebben een detailkaart van dit gebied. Jos zegt dat die route ook wel eens 150 tot 200 km kan worden, het is tenslotte berggebied. Het is mooi weer en we trekken ons er niets van aan. Eerst moeten we om het meer heen en aan de andere kant weer terug. Het gaat inderdaad niet snel, maar de grijze smalle streep op de kaart geeft het spoor aan en al zoekend lukt het allemaal wel. Onze lunchpauze hebben we halverwege de overkant van het meer, op een mooie plek in de heuvels. We rijden verder om de bergkam heen in de richting van een rivier, zodat we via een vallei verder kunnen. Daar zijn we om een uur of drie. We volgen een pad van oude autosporen en die gaan verder aan de overkant. Er is geen brug,maar de rivier lijkt niet erg diep. Joost en ik steken als eersten over door het water. De rivier blijkt echter dieper dan hij leek en als we de glibberige steile oever aan de overkant op willen, glijden we terug het water in en staan vast. Joost stapt uit, het water komt tot aan zijn heupen. Even is er de gedachte aan zijn dure schoenen – Red Wings van 300 euro, hij wilde ze al 20 jaar en heeft ze van mij gekregen voor zijn verjaardag dit jaar; maar er zijn nu belangrijkere dingen. Hij haalt een paar grote keien weg, maar het lukt toch niet met de auto de steile oever op te komen. Dan gaat eerst maar eens kijken of de weg verderop nog wel doorloopt. Hij komt terug met het bericht dat de weg verderop helemaal is weggespoeld. We rijden achteruit weer terug naar de kant van de rivier waar Cees en Joan wachten. Na kort overleg rijden we een kilometer of 15 terug naar het meer en vragen de weg naar Babbushkin. Ja hoor, Babbushkin is prima te bereiken via een andere route, een stuk terug langs het meer en dan de bergen in. Dat gaan we doen, het pad lijkt wel ongeveer te kloppen met de aanwijzingen. Na een kilometer of 50 zien we een paar landbouwers die aan het hooien zijn en we vragen voor alle zekerheid of dit de weg naar Babbushkin is. Ja, dat wel, maar even verderop kunnen we niet verder, vertellen ze. We moeten een stuk terug, en dan een brug over en dan rechtsaf bij een boerderij…. Ze tekenen de route op de kaart van Cees, het ziet er naar uit dat het nog een flinke omweg is. Het is inmiddels zes uur en we hebben 150 km gereden, het wordt tijd voor een nachtplekje.
De volgende morgen blijkt het te hebben gevroren, de broek van Joost hing buiten te drogen en kan nu op eigen kracht staan. Met frisse moed volgen we de weg zoals de landbouwers die op onze kaart getekend hebben. We zien een boerderij, wel niet helemaal waar we hem verwachtten, maar hier slaan we rechtsaf, het klopt wel ongeveer met de kaart. We rijden op een bospad, vage oude autosporen zijn het enige houvast. Boomstammetjes op de weg, takken schuren onze autodeuren, oude houten bruggetjes, talloze diepe plassen ter grootte van een olifantenbad. En het pad wordt steeds smaller. Joost en Cees gaan voor de auto’s lopen met bijlen, trekken gevallen boomstammetjes opzij en hakken dikke overhangende takken weg. Na een uur zijn we 4 km verder. We tellen hoeveel liter water we nog hebben, ieder nog een liter of 8, daarmee houden we het nog wel een dagje mee vol. Dan stopt het spoor. We rijden terug en zien een herder lopen, nog enkele tanden in zijn mond, maar wel een beduimeld boek in zijn hand. Dat geeft vertrouwen. Hij wijst ons de weg, de juiste (goede is niet het juiste woord) weg blijkt een paar kilometer verderop te lopen, we zijn net iets te vroeg rechtsaf geslagen. Optimistisch hobbelen we verder over het leempad, met iedere tien meter een kuil vol water, opgedroogde verhoging of lange diepe sleuf, het gaat lukken! Om kwart voor vier ’s middags hebben we in totaal 230 km afgelegd. Cara weet ons te melden dat Babbushkin hemelsbreed nog 30 km is. We zoeken tegen de avond een overnachtingsplekje in de buurt van een bosbeekje en maken een gezellig kampvuurtje. We zijn nog maar enkele kilometers van de asfaltweg vandaan, dat moet gevierd worden. Een uurtje later komt er een stel Russen naast ons ook een kampvuur maken, zij hebben ook iets te vieren, namelijk de verjaardag van hun vriend Eduard. Ze zijn luidruchtig en willen natuurlijk graag dat we meedrinken. Joost offert zich op en gaat wodka met hen drinken. Maar dat vinden ze niet gezellig genoeg, iedereen moet drinken, in ieder geval de mannen. Ik zit in de auto te typen, Joost komt af en toe halfdronken kijken hoe het gaat en gaat weer terug naar het kampvuur. Het is al een tijdje donker en de Russen nemen hartelijk afscheid. Onze mannen zijn nu in een mannenstemming, heel begrijpelijk na zo’n dag als vandaag. Het zou wel eens laat kunnen worden.

Op weg naar Irkutsk.
De asfaltweg is inderdaad waar we hoopten en we gaan richting Irkutsk, langs het Baikalmeer. Cees, Cara en Joan gaan eerst nog iets anders bekijken, die zien we weer in Irkutsk. Op de kaart van Oost-Rusland staan musea aangegeven, en in het volgende stadje moet een mineralen-museum zijn. Dat lijkt ons wel leuk, want de asfaltweg langs het Baikalmeer geeft ons alleen maar mooie herfstbossen links en rechts van de weg, we konden net zo goed op de Veluwe rijden. Even vangen we een glimp op van het enorme meer dat er achter de bomen ligt. We horen op de radio Jos, die aan de andere kant van het meer de groep naar een kampeerplek navigeert. Tegen de middag zijn we in het stadje en vragen naar het museum. Eigenlijk hadden we wel een bordje verwacht met een richting, het moet een groot museum zijn als het op de kaart staat, toch? Iedereen wijst ons steeds in dezelfde richting, en we rijden zoekend rond in een buitenwijk van het kleine stadje, een boerenomgeving met onverharde weg, waar geen opvallend gebouw te zien is. We blijven vragen en steeds wijst men ons in dezelfde richting. Dan zien we tenslotte dat op de gevel van een woonhuis inderdaad een klein bordje hangt: Mineralen Museum (in het Russisch). De deur is op slot en Joost is moe en wil al doorrijden, maar ik bel toch nog even aan. Een tenger oud mevrouwtje doet de deur open. Nee, het museum is dicht, gebaart ze, maar we mogen rustig even binnenkomen. Joost heeft er geen zin in. Dat zijn van die momenten waarop we tegen elkaar zeggen: ‘Dit is Rusland, schat.’ Er komen er nog vele. Zoals een kwartier later, als we bij de garage vragen of de accu gecontroleerd kan worden. Er zit een jonge man op zijn hurken nootjes te eten, hij staat niet op als we aan komen rijden en kijkt ons niet aan, geen goed teken. Als Joost de motorkap opendoet en op de accu wijst, schudt hij van nee en loopt weg. Joost vindt het niet leuk. Maar ja, dit is …
Langs de weg wordt van alles te koop geboden: bessen, meloenen, bosjes kruiden, gedroogde vis. Soms staat het er gewoon, zonder dat er iemand te zien is die het wil verkopen.

Een dagje Irkutsk.
De volgende dag rijden we Irkutsk in en we hebben al snel radiocontact met de groep. We spreken af om elkaar vanmiddag om vier uur te ontmoeten op een parkeerplaats in het centrum. Dat geeft ons alle tijd om onze zaken hier te regelen. We willen allereerst graag een goede garage, om toch eens naar de accu te kijken en de remmen te ontluchten. Na wat zoeken en vragen en niet verder komen zien we een bedrijfje met reclame voor Michelin-banden en accu’s. Joost vraagt aan de vriendelijke jongens daar of ze de accu willen controleren. Die is in orde, zeggen ze, en dat is fijn om te horen. Ze verwijzen ons voor het ontluchten van de remmen naar een autoservice in de buurt. Die blijken echter geen tijd te hebben. We gaan weer terug naar de behulpzame Michelinjongens. Eén van hen rijdt met ons mee naar een andere autoservice en blijft bij ons terwijl de auto op de brug wordt gezet en de remleiding ontlucht wordt. De handrem wordt meteen bijgesteld en voor 25 euro is de auto weer een paar uur in orde. (Dit is Rusland, schat.) We rijden voor de gezelligheid nog even met elkaar naar Michelin en krijgen daar gedestilleerd water voor de accu. We stoppen de jongen wat toe, krijgen meteen een sleutelhanger en Michelin-autogeurtje en hartelijk zwaaiend nemen we afscheid. Het is inmiddels kwart over twaalf, een warme dag (30 graden) en het wordt tijd voor het andere boodschappenlijstje: wifi en een Russische simkaart voor het Mongoolse mobieltje, zodat ik mijn moeder eindelijk weer eens kan bellen. We parkeren de auto in een buitenwijk en Joost stopt de laptop in zijn rugzak. Al snel zien we een telefoonwinkel, waar een geduldig lief meisje heel officieel een telefoonnummer aan ons verkoopt (op mijn naam, met mijn paspoort er bij), voor 3 euro. Ze heeft niet terug van de 5 euro die we geven (in roebels) en Joost gaat in de straat even wisselen. Hij komt terug en weet meteen een internetadresje in de buurt. Daar lopen we naar toe, maar de vriendelijke jongen heeft alleen computers, geen wifi. Na wat aandringen krijgen we een plattegrond waar de wifi’s in de buurt op staan. We zoeken een restaurantje dat wifi heeft en gaan zitten. Goede cappuccino, we bestellen wat te eten en zetten de computer aan. De toegang lukt helaas niet en als ik ga vraag aan het enige serveerstertje dat wat Engels spreekt, weet ze ook niet waarom. (Dit is …) Waarbenjij.nu moet maar even wachten. Onze laatste boodschap: beltegoed voor het mobieltje. We zien weer een telefoonwinkeltje en op aanwijzing van de vriendelijke jongeman lukt het ons om beltegoed uit een automaat te halen. Helemaal tevreden rijden we naar de afgesproken parkeerplaats, waar al wat mensen van de groep staan. Om kwart over vier komen zelfs Cees en Cara aangescheurd. Cees heeft nog een stevige rit door zwaar terrein langs het Baikalmeer gereden, vertelt hij glunderend.

Afscheid van de groep.
Overal langs de route staan gele berkenbomen met witte stammen, afgewisseld met groene en gele lariksen. Ergens zien we een bord dat er beren zijn. We kunnen het ons voorstellen, op de kaart is te zien dat er boven deze weg geen grote weg meer is, en onder ons duurt het 800 km eer er weer een grote weg is. De weg is redelijk, de Trans-Siberië Express is pal naast de asfaltweg. Ook zij zullen dus uit hun raampje niet anders zien dan wat wij zien, eindeloos, honderden kilometers, bos en een enkel dorpje. Met mijn nieuwe Russische mobiele nummer bel ik mijn moeder even. Het plezier is van korte duur, na twee minuten wordt de verbinding verbroken en het lukt niet meer haar te bereiken. Onderzoek wijst uit dat het beltegoed op is. Het zal dagen duren eer er een mogelijkheid is het ergens op te waarderen. Sorry mam!
We rijden 500 km per dag en het is een koude en regenachtige dag. Echt een dag om gezellig iets met elkaar te gaan eten, in plaats van in de kou te staan koken. We zien een restaurantje met op de muur afbeeldingen van kebab, schaslik, shoarma, pizza, geroosterd vlees. Dat ziet er goed uit. De binnenkaart blijkt minder plaatjes te hebben, maar er is toch nog genoeg keus. Sommigen bestellen schaslik, of kebab, of stoofpotjes. Ik neem forel met rijst. We drinken wat en wachten op wat er komen gaat. Ieder kwartier komen er twee of drie bordjes, we weten niet goed welk bord voor wie is, maar na een uurtje weten we dat dat ook niet uitmaakt, want behalve de stoofpotjes krijgt iedereen hetzelfde: zalm, als filet of stukjes aan een stokje. De kebab komt niet en we gaan afrekenen. Daarna komen er gelukkig voor sommige hongerige mensen nog een paar bordjes kebab, maar sommige gerechtjes zijn helemaal nooit gekomen (of in ieder geval nadat we vertrokken zijn). Rusland, schat.

Donderdag 20 september. Het weer is blijft koel, en wij willen naar het zuiden, de anderen naar het noorden. We hebben een afscheidslunch met elkaar, de meesten hebben macaroni met een theelepel tomatensaus of wat aardappelpuree met een kippenpootje. Kai bestelt twee keer, zo’n ontbijtbordje met het weinig voedzame eten vult niet. Het is zoals Sabine zegt: ‘Het kost niks, maar het ís ook niks.’ We nemen hartelijk afscheid, zal er nog een evaluatie in De Kilder komen?

Toiletten.
ster * aftrek van een ster -/- *
Man/vrouw Geen dak
Slot Kapotte deur die klemt of niet dicht kan
Toiletpapier Glibberige voetjes
Emmer spoelwater Overheersende stank
Afvalemmertje Meer dan 50 vliegen
Geverfde muren Een muur te weinig

We overnachten tussen de vrachtwagens. Een man heeft er zijn bandenreparatiebedrijfje, hij maakt wielen lost en vast met een pneumatische hamer en heeft er de radio bij aan staan. Het is een harde werker en hij gaat vlijtig door tot een uur of tien ’s avonds. Op de autoweg steekt een kudde koeien over. Een hondje keft de hele nacht door. Het verkeer raast langs ons heen. Vrachtwagens starten en stoppen. Er moeten betere overnachtingsplekken te vinden zijn, denken we de volgende ochtend.
We hebben weer wat beltegoed kunnen scoren en hebben sms-contact met onze Merel, kunnen felicitaties doen naar Maja en Theo en ik sms mijn moeder een berichtje. Wat is het leuk weer allerlei nieuwtjes te horen. Het weer wordt zachter, we denken toch omdat we al flink naar het zuiden afzakken, het is zo’n 20 graden, een godengeschenk.
We zijn nieuwsgierig genoeg om weer eens wat te willen drinken in het wegrestaurantje, dat er modern en veelbelovend uit ziet. Er is een zelfbedieningsbuffet en ik zie de bekende zakjes Nescafé liggen. We nemen sinaasappelsap, een warm flensje en een soort appelflap. Aan de kassa vraagt de mevrouw wat er in het flensje zit, ik heb geen idee. Ze maakt het met plastic handschoentjes open, vouwt het keurig weer dicht en tikt een prijs in op de kassa. Wat er in de flap zit wordt ons al snel duidelijk: helemaal niets, alleen een theelepel zoete rode gelei. We zitten aan de vierkante witte tafeltjes en kijken naar een spionagefilm met Mr Bean. Hij zou zoveel inspiratie kunnen opdoen als hij een weekje met ons mee zou reizen. Om ons heen wordt de vloer gedweild, dit zien we overal wel, in garages en moderne openbare gebouwen.

Nog 350 km naar Ufa. We vragen ons af of Kor en Gretha daar nog steeds zijn met hun kapotte camper en sturen een sms. Het landschap van berkenbomen en graanvelden begint te veranderen, het wordt wat heuvelachtiger. De weg is regelmatig nog behoorlijk gevuld met gaten en hobbels. Voor ons rijdt een vrachtwagen, een berg losse meloenen steekt boven de laadbak uit. Niet iets om op je dak te krijgen, denken we, en halen snel in. Wat later zitten we achter een vrachtwagen waar stapels planken uitsteken. De laaddeuren zijn open, er hangt wel een gevarendriehoek aan de planken, dat scheelt.
We overnachten, zoals besloten, op een betere plek: in een weide onder een paar enorme botergele herfstberken. Om ons heen dwarrelen glinsterende blaadjes naar beneden en we slapen heerlijk. Als we de volgende morgen wakker worden is het gras wit van de nachtvorst en er hangen lage nevels in de heuvels. We ontvangen een sms van Jos en Maria dat de groep uit elkaar is: de 10 auto’s rijden nu in 8 ‘groepjes’. Van Kor en Gretha krijgen we bericht: ja, ze zijn er nog en wachten op onderdelen uit Amerika. We besluiten op bezoek te gaan.

Ufa.
Een stad met een miljoen inwoners, ruim 50 km lang van noord naar zuid. Het verkeer is ongelooflijk chaotisch, er wordt rechts ingehaald (links ook) en de stoplichten zijn onduidelijk. Het recht van de sterkste. Het is een moderne stad met veel industrie, een Ikea en een paar MacDonalds.
Het weerzien is hartelijk en we drinken thee met gebak in de Ford-kantine. We horen alles over hun avontuur, de kapotte camper die met een stang achter de vrachtwagen heeft gehangen van Oasis in Mongolië tot Irkutsk in Rusland, 1300 km. Ook in Irkutsk kon de garage niet vinden wat er aan mankeerde. Kor heeft daar uiteindelijk een voordelig transport naar Ufa gevonden.
Het is zaterdagmiddag en Joost wil nog even naar de Toyota-garage omdat de remmen nu tweemaal zijn ontlucht en er toch steeds weer lucht in komt. Toyota komt heel professioneel over, met jonge managers in wit overhemd en heel wat monteurs. De auto zal eerst worden schoongespoten en daarna worden onderzocht, wordt ons verteld. Om 20.00 uur meldt de garage dat ze de oorzaak weten: er komt lucht via de remcilinder binnen. Een Toyota remcilinder kost 250 euro, maar moet uit Moskou komen en dat duurt 9 dagen. ‘Nee, absoluut geen optie’, zegt Joost. Dan hebben ze nog een remcilinder van een ander merk, die kan er maandag vóór 12.00 uur zijn, kost 200 euro. Daar gaan we mee akkoord, we waren toch al van plan het weekend te blijven. De rubbers van de schokbrekers – nieuw bij aanschaf – bleken ook gescheurd. De monteur zegt dat we die overal zelf kunnen kopen, als we ze even ergens kopen wil hij ze maandag wel vervangen. De rekening voor het onderzoek is 30 euro. De jonge manager doet vreselijk zijn best. Hij controleert mijn telefoonnummer en via de google vertaalmachine geeft hij ons informatie en kunnen we vragen stellen. We krijgen allerlei papieren mee met technische informatie. De jonge manager zal ons maandagmorgen vóór 12.00 uur bellen en als we dan nog niets van hem gehoord hebben, kunnen we gewoon naar de garage komen en wordt de nieuwe remcilinder geplaatst. Als dit nog niet goed komt, dan weten we het niet meer, zelfs in Rusland is Toyota toch wel geweldig!
Inmiddels hebben we wel trek gekregen en we gaan naar een gezellig restaurantje in de stad, dat Kor en Gretha ontdekt hebben. Er staat een zanger met muziek. Het lieve serveerstertje vergeet regelmatig onze bestellingen op te nemen en dus maken we al wachtend een dansje. Kor en Gretha kunnen goed dansen en het is leuk naar ze te kijken.
Kor en Gretha vertellen dat hun onderdelen woensdag moeten komen, we hebben het er over eventueel het laatste stuk samen te reizen.
De volgende dag, zondag, brengen we ook nog gezellig met elkaar door en dan nemen we afscheid, we spreken af contact te houden via de sms.
Maandagmorgen wachten we tot half twaalf op het beloofde telefoontje van Toyota en rijden er dan naar toe. Joost vraagt of de remcilinder inmiddels binnen is en krijgt de boodschap: ‘Small problem, please wait ten minuts.’
Om precies 12.00 uur zien we de jonge manager het gebouw binnenlopen. Hij vertelt dat het onderdeel er helaas niet is, het was verouderde informatie. Hij raadt ons dringend aan toch te wachten op het onderdeel uit Moskou, het is gevaarlijk zo verder te rijden. Joost baalt natuurlijk en zegt wat kort dat we al weken zo rijden en dat het voor ons geen probleem is. Geïrriteerd lopen we de garage uit. ‘Dit …’
We rijden het drukke stadsverkeer uit en als we op een rustig plekje tussen berkenherfstbomen stokbrood met paté eten, komt Joost langzaam weer bij.
Vol goede moed – de zon schijnt tenslotte en de remmen lijken op dit moment in orde – gaan we richting Samara. 400 km, staat er op het verkeersbord. Dat valt ons mee, we dachten dat het 500 km was. Na 150 km staat er echter: Samara 350 km, dus dat valt weer tegen. En na 250 km een bord: Samara 180 km, dus dan laten we het maar los. ‘D… ’
Dat zeggen we ook als we honderden kilometers slecht asfalt rijden, en dan is er ineens perfect asfalt met witte strepen en een railing. 300 meter. Daarna weer gewoon honderden kilometers slecht asfalt. Maar wat genieten we van onze avondplekjes, het mooie weer en de prachtige natuur. We lezen boekjes in de zon, en komen steeds meer tot rust. Onderweg zien we hier en daar een klein armoedig dorpje, scheefgezakte huisjes, gestut met golfplaten. Vrouwen gekleed zoals 50 jaar geleden. Enorme hooibergen met een plastic zeil er bovenop. Autowrakken in de tuin. Nergens wordt onderhoud gepleegd, begrijpelijk, welke man met kater heeft daar nu zin in. Tarwe- of zonnebloemvelden en bomen tot aan de horizon. Het is zo gemakkelijk om hier een mooi stil overnachtingsplekje te vinden. Natuurlijk liggen er overal plastic flessen, maar ach, dat went snel. En dan die heerlijk zonnige herfstdagen, boekjes lezen in stoeltjes naast de camper, thee met speculaasjes (wie wat bewaart…). Ja, dit is Rusland en we hopen dat het altijd blijft zoals het is.
We staan nu aan de Wolga op een vertrouwd plekje onder Engels. Herinneringen aan hoe we hier met de groep stonden, vijf weken geleden. Roy, Fons, Radboud, Jos en Maria die zwemmen, wasjes in de struiken, champagne bij kaarslicht om Henk en Hetty te verwelkomen. Toen hadden we heel Mongolië nog tegoed. Kenden we Eddy en Batuk nog niet. Deed Kor zijn camper het nog. We hebben trouwens gehoord dat het nog wel een week kan duren eer de reparatie is gelukt. Het lijkt er op dat we niet met elkaar richting huis gaan, jammer hoor. Oekraïne, Polen, Duitsland. Nog een week of twee, als alles meezit.

  • 28 September 2012 - 16:22

    Heleen Smit:

    Hallo Marian en Joost,
    Weer een mooi verhaal. Ik zie het voor me en .......... dat is Rusland. Ook voor mij heel herkenbaar.
    Geniet van de laatste weken, want die zijn zo voorbij. Hier is het ook herfst en kil dus ook niet veel aan.
    Inmiddels zijn er alweer mensen in Nederland aangekomen en dat is fijn om te horen. Er zal pas rust komen als iedereen weer terug is zonder ongelukken. Ik kijk ook uit naar de terugkeer van Berthus. Maar hij trekt zijn eigen plan en dat is goed.
    Goede reis en groeten van Heleen.

  • 29 September 2012 - 11:29

    Arupam:

    Dat was voor mij weer een heerlijk reisje achter de laptop bij een kopje koffie. Zo nu en dan even een uitstapje naar google earth om te zien waar jullie zijn en hoe het land er daar uitziet vanuit de sateliet gezien en op vele foto's die er ook te vinden zijn.
    Het zijn jullie laatste weekjes, dus geniet er extra van.

  • 30 September 2012 - 20:41

    Hetty En Henk:

    Ha reisgenoten, we hebben smakelijk zitten lachen om dit verhaal. Heel herkenbaar, dat 'dit is ....'. Wat een gedoe kan het ook zijn soms. Wij zijn inmiddels in Estland aangekomen, wat een heerlijk gevoel om weer met euro's te kunnen betalen. Geen oude verrottte bende, geen roestige kapotte zooi, gewoon een verademing. We zitten nu in het centrum van Tallinn, twee euro voor 24 uur parkeren. Groetjes, H&H

  • 02 Oktober 2012 - 14:23

    Wies:

    Met steeds meer bewondering voor jullie doorzettingsvermogen en
    geduld lees ik je reisverslagen. Sommige foto's zijn ijzingwekkend,
    hoe durf je er te rijden!!!!
    Komt het verlangen naar 'huis' al op?
    Ook hier een mooie herfst, een lichte herfstblues.
    Geniet en kom veilig thuis

    Liefs
    Wies

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marian en Joost

Actief sinds 20 Sept. 2008
Verslag gelezen: 1031
Totaal aantal bezoekers 86297

Voorgaande reizen:

01 Mei 2024 - 18 Mei 2024

Baltische zielen

10 Augustus 2022 - 28 September 2022

Georgië

01 Januari 2019 - 01 Januari 2020

Verhuizen

16 Juni 2017 - 10 September 2017

Gezellig met zijn allen naar Tajikistan!

12 December 2014 - 10 Januari 2015

Allemachtig prachtig Marokko!

31 Mei 2013 - 06 Juni 2013

New York, New York

22 Juli 2012 - 19 Oktober 2012

Gezellig met z'n allen naar Mongolië.

01 Oktober 2009 - 02 November 2009

Even naar Tunesië en Djerba

17 Oktober 2008 - 31 Januari 2009

Naar India via Turkije, Pakistan en Iran

18 Mei 2001 - 18 Mei 2002

Een jaar reizen 2001-2002

Landen bezocht: