De Zwarte Zee - Reisverslag uit Samsun, Turkije van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu De Zwarte Zee - Reisverslag uit Samsun, Turkije van Marian en Joost Brakel en Herder - WaarBenJij.nu

De Zwarte Zee

Door: Marian en Joost

Blijf op de hoogte en volg Marian en Joost

26 Oktober 2022 | Turkije, Samsun

Vrijdag 19augustus.

Het blijft binnen lang 30 graden en Oki ligt al urenlang te hijgen. Ten slotte starten we rond middernacht de auto en zetten de airco op de koudste stand. Oki gaat er met wapperende oortjes voor zitten en komt zienderogen bij. Daarna koelt het langzaam af naar zo’n 25 graden en slapen we allemaal rustig.

Opgewekt nemen we de snelweg naar Istanbul. Tijdens een vorige reis met Merel en Thomas was het een drama, met files en in de verkeerde rij staan. Nu is er een nieuwe weg, de O-7, en we rijden er zonder enig oponthoud langs. Zelfs de grote brug over de Bosporus rijden we vlot over. Dat moet gevierd worden met koffie. Ik ga bij een koffietentje buiten zitten en Joost gaat binnen koffie halen. Na een kwartier komt hij met twee koffie. Het zijn Russische toestanden, vertelt hij. Eerst een bonnetje met een Q-code kopen en daarmee naar een automaat waar je allerlei vragen in het Turks moet beantwoorden. Een lief meisje heeft hem geholpen. Er is helaas geen wifi (nergens in Turkije, merken we al snel), maar wel een supermarkt. Helemaal gelukkig kom ik terug met allerlei boodschappen, zoals gesneden bruin brood voor onze dagelijkse tosti, yoghurt en El Yapimi (knapperige soepstengels met heel veel zonnenbloempitten).

Als we dan tussen de middag ook nog een meertje vinden waar Oki kan zwemmen en waar een frisse wind waait, stijgt de stemming naar een stil geluk. De koeien die vlakbij ons door het water waden verstoren de rust wel wat, omdat Oki het niet kan laten om naar ze te blaffen, maar hij ligt nu te suffen onder mijn computer en accepteert dat hij niet naar buiten mag. Joost denkt dat we ons ultieme geluk zullen vinden aan de Zwarte Zee, waar we verwachten dat de temperaturen heel wat behaaglijker zullen zijn. Daarom rijden we maar even flink door. Overal langs de weg staan namaak politieauto’s, uit metaal gesneden. Soms staat er een vriendelijke metalen politieagent naar ons te zwaaien. We overnachten langs de autoweg op een stukje oude weg. Er staan wilde pruimen, wilde bramen en een paar vierkante meter mais, herinneringen aan de tijd dat dit een weg was waar veel levendigheid was.

De volgende dag rijden we naar de Zwarte Zee, waar het 29 graden is, niet gek toch? We wandelen even langs het strand, dat druk bevolkt is met zonnende, wandelende en vissende Turken. We drinken thee in een speciaal theetentje. Er staan lage tafeltjes en kleuterkrukjes. Joost bestelt koffie en krijgt die met melk, dus we moeten even opzoeken wat koffie met en zonder melk is in het Turks voor de volgende keer. Ik bestel thee en de jongenvan een jaar of twaalf komt de bestelling al snel brengen. Als hij ziet dat we de suikerklontjes niet gebruiken, neemt hij die weer mee terug. Hij loopt steeds heen en weer, en nooit met lege handen. Zo neemt hij het halfvolle theeglaasje ook weer mee, maar dat kunnen we nog terughalen. We hebben geen idee wat het kost, dus geven we 20 TL (1 euro) en vragen of het genoeg is. De jongen loopt weg, dus we denken van wel. Terwijl we in de auto stappen zie ik dat hij met biljetjes en muntjes in zijn hand staat die hij ons nog wil geven. We zwaaien dat het goed is zo, maar mijn Nederlandse zuinigheidsziel had liefst het biljetje van 10 TL nog even gaan ophalen. Al na een half uurtje heb ik het (grotendeels) losgelaten.

De route leidt ons via een omweg van zo’n 80 km het binnenland in. Het vertrouwen in Allah is hier groot, zien we. In tunnels van meer dan 2 km lang waar je max 50 km mag, halen de busjes en auto’s zonder licht ons in met 110 km. Een kilometer of tien verderop loopt op de rijbaan een jongen de middenberm te snoeien met zijn rug naar het verkeer.

We zien een luxe koffietentje en ik bestel koffie met melk en koffie zwart in het Turks. “Sütlü cahvé voor mij en siyah cahvé voor hem”, wijs ik. Ik herhaal het nog twee keer en de jongen komt met zoetjes voor in de koffie aan. Als ik nee schud, haalt hij een oudere collega. “Cappucino”, vraagt hij?

Joost moppert over de snelheden die als de bergen en dalen wisselen van 110 naar 50 bij ieder zebrapad of stukje bebouwde kom. De snelheidsbordjes geven gemiddeld elke kilometer een andere snelheid aan. De andere verkeersdeelnemers storen er zich totaal niet aan. Ook door rood rijden of tegen het verkeer in rijden in de stad is hier gewoon.

Er staan bordjes met overstekende zwijnen, koeien, herten of er wordt gewaarschuwd voor vallende stenen. De weg wordt een bergweg langs de kust en er liggen regelmatig flinke rotsblokken in de goot. Als we omhoog kijken zien we af en toe een bouwvallig huisje wat ieder moment in kan storten, en de vrees voor een vallend dak op ons dak lijkt niet helemaal uit de lucht gegrepen.

We bereiken een leuk haventje, waar houten bootjes gebouwd worden. Er lopen twintig of dertig zwerfhonden. Vlakbij ons staan een paar Oostenrijkers, die in een rode Unimog 4x4 op weg naar India zijn. Ze voeren liefdevol de honden, wat betekent dat Oki binnen moet blijven. Hij begint al een beetje gewend te raken aan de regelmatige oproep tot gebed, in het begin was hij heel zenuwachtig, misschien lijkt het voor een hond verdacht veel op wolvengehuil?

Zondagmorgen 21 augustus.

Vandaag doen we rustig aan, het is zondag. Wel vertrekken we zo snel mogelijk van deze plek. ’s Nachts zijn we wakker gehouden door vechtende en blaffende roedels honden. Als we opstaan zien we dat de vuilnisbakken om ons heen grondig onderzocht zijn, de inhoud verspreid over de grond.

Deze weg langs de Zwarte Zee valt vooral Joost tegen. We hebben eerder een flink stuk van deze weg gereden, een jaar of tien geleden. Erdogan zegt dat hij veel aan de infrastructuur en de wegen doet, en daarom dacht Joost dat deze weg nu ook wel stukken beter zou zijn. Dat is niet zo. Het is zo’n 1200 km bochtige en door bergen kronkelende weg van slecht asfalt. Onze gemiddelde snelheid is 20 km, max 30, per uur. We zijn benieuwd wanneer we bij de grens van Georgië zullen zijn.

Rijkdom en armoede wisselen elkaar af. Gebouwtjes met kapotte ramen, vuilnis opgestapeld naast het huis, kapot of halfvergaan bouwmateriaal, of dichtgeplakt met plastic zijn geen uitzondering. Zwerfhonden en zwerfkatjes ook niet. Wanneer het zo uitkomt voeren we wat van de worst die we hebben en het is grappig te zien hoe een aanhankelijk mager katje in een roofdiertje verandert dat de worst uit mijn handen klauwt. In de dorpen verkopen de supermarkten vooral wasmiddelen en snoep. De groentenkraampjes hebben vooral tomaten, meloenen, uien en aardappelen. In de stad vinden we een Mikros, waar we wel alles kunnen kopen wat we nodig hebben, zelfs (dure) blikjes hondenvlees.

We ontvangen bericht van de broer van Joost, die ons meldt dat hij chemo’s gaat krijgen voor longkanker. We moeten het nieuws even verwerken en zoals wij dat altijd doen bij nieuws wat ons raakt, zoeken snel een goede koffietent. Bij de koffie krijgen we stukken meloen en we kijken naar een blond, mollig meisje van drie, wat een fotosessie ondergaat. Ze moet met een zonnenbril op achter een typmachine, en even later een heel dik boek lezen. Het toilet boven aan de trap is verzorgd, met een Popey op één deur en een Olijfje op de andere.

Ons avondplekje is aan een strand, weliswaar drukbevolkt met Turkse mensen die er weekend vieren, maar toch heel prettig. Er liggen vissersbootjes met een wapperende Turkse vlag, er zwerven maar een paar honden en de vliegen binnen zijn op één hand te tellen. Oki kan er zwemmen. Weinig vuilnis op het strand. Vier sterrenplek.

’s Ochtends is het stil, behalve wat krekels, en ik realiseer me dat dit de eerste stille plek is. Er daalt een rust als een zijden laken over me heen.

Er komen wat reacties op het eerste verslag dat ik aan een selecte groep mensen heb gestuurd, degenen waarvan ik denk dat ze ze ook belangstellend zullen lezen. Zo vraagt Maja, de zus van Joost en onze steun en toeverlaat in Nederland: ‘Is Oki tevreden met de Mercedes?’ Ik kan haar antwoorden dat hij dat is. Als er nu iets omvalt in de keuken door een kuil in de weg kan hij met de staart tussen de poten naar ons toekomen en kan ik hem geruststellen, en dat maakt een groot verschil.

Anneke vraagt waar wij over praten tijdens het autorijden of dat we juist heel rustig zijn, en ik antwoord dat ik een boek lees bij gladde weg, en dat Joost tegen het verkeer praat en af en toe enthousiaste of geïrriteerde uitroepen slaakt.

We gaan weer op pad en onderweg zien we af en toe een schildpad de weg oversteken.

Een grote begraafplaats kondigt een klein stadje aan. Een driehoekig verkeersbord met overstekende scholiertjes, je weet wel, meisje met vlechtje, jongetje met boekentasje. Meteen daarna een groot bord met een pijl naar de universiteit. Creactieve mensen, die Turken.

Het theehuis zit vol met tientallen mannen. En keurig zoals het hoort, staat 500 meter verderop langs de weg een hele groep vrouwen in zwarte burka’s met elkaar te praten.

Het wordt tijd voor koffie, we rijden nu drie uren en hebben 90 km afgelegd. Bij een koffietentje aan het strand proberen we koffie te bestellen, maar de bedienende jongeman begrijpt ons niet. Joost wijst op zijn broek en zegt ‘Cahvé noir’, maar hij moet meekomen naar de chef. Uiteindelijk krijg ik oploskoffie met melk en Joost krijgt Turkse koffie met wat Turks fruit en een glaasje water. Helemaal tevreden kijken we naar het strand, waar vrouwen in burka onder een parasol liggen of met hun kinderen in de zee spelen.

Onderweg zien we een oude vrouw met een takkenbos op haar gebogen rug lopen. Haar kleinzoon wandelt met haar mee en draagt zijn Iphone.

Park4night heeft het over een camping met douches, toilet, koffietentje, vriendelijke mensen, aan het strand, 100 TL (tientje). Joost vindt het wel wat en we rijden er naar toe. We drinken er Nescafé-koffie in het koffietentje, er zitten wat mannen luidruchtig te kaarten en de mensen die ons bedienen zijn vriendelijk, zoals iedereen in dit land, één van de redenen waarom we er zo van houden. Altijd probeert men wel een praatje met ons te maken. Regelmatig spreken de Turken vloeiend Duits en vertellen dat ze op bezoek zijn bij familie.

Dinsdagmorgen 23 augustus.

De camping was geen succes. De douches waren openbaar en aan het strand, koud water, vrouwen douchten er in hun burka. De toiletten waren zo te zien al een week niet schoongemaakt. We hebben maar geen gebruik gemaakt van de faciliteiten en om half acht alweer vertrokken. Gelukkig vroeg niemand of we wilden betalen voor ons verblijf, want dan was Joost met ze in discussie gegaan.

Ik zit inmiddels aan mijn taks wat vliegenbulten en muggenbulten betreft, en dat betekent drie dagen quarantaine. Het weer blijft stabiel op 30 graden, ’s nachts 28.

De weg wordt beduidend beter en zeker nu we zo vroeg vertrokken zijn vanmorgen maken we kilometers. Alle tijd dus voor koffie, boodschappen en aan het strand staan. Volgens mijn telefoon hebben ze geweldige cappucino in een bistro [e-38] café in een klein stadje, dus daar gaan we naar toe. De muur hangt vol met plaatsje van latte, cappucino enz. Zelfs bij de kassa staat een foto van een cappuccino. Maar welk plaatje ik ook aanwijs, de mevrouw begrijpt me niet en antwoordt met lange zinnen in het Turks. Een meneer die wat woordjes Engels spreekt helpt ons en uiteindelijk krijgen we een Turkse koffie en een koffie met melk. Het wordt tijd om het koffiedrinken in Turkije op te geven en ons te richten op de sterke zoete thee. We zitten buiten en Oki heeft het druk met blaffen naar de koe die langs komt wandelen, naar de zwerfhondjes en zwerfkatjes en het vangen van vliegen. We doen nog wat boodschapjes in verschillende kleine winkeltjes en rijden weer verder. De dagen rijgen zich aaneen, we zijn al bijna twee weken onderweg. De gebruikelijke reizigerservaringen daargelaten, zoals slechte weg, muggen, vliegen, hitte, zwerfhonden en stranden vol vuilnis, gaat het bijzonder goed. Ons hondje lijkt het dankzij het vele zwemmen goed vol te houden, de krul blijft in zijn staart. Het Grote Genieten heeft zich nog niet aangediend, daarvoor is het te warm, maar we zijn dik tevreden, dankbaar voor zaken als airco en koelkast.

Op een overnachtingsplekje hebben we een leuk contact met Jonas uit Koblenz. Vanwege Corona heeft hij een sabbatical genomen van zijn studie. Inmiddels is hij na ruim zeven maanden reizen toch wel wat eenzaam nu en dan, vertelt hij, en blij dat hij weer richting huis aan het gaan is. Hij eet met ons mee en moet dan nog wel zijn moeder even bellen voor het donker wordt.

Er zijn nog kleine verrassingen, zoals ineens toch een tentje met cappuccino, of de thee die we niet mogen betalen, of snelwegen waar op de borden staat dat je maximaal 82 mag i.p.v. 80, maar langzaamaan beginnen we te wennen aan deze kant van Turkije. We naderen de grens van Georgië en het wordt tijd, want de Zwarte Zee heeft ons inmiddels omhuld met een plakkerig, zoutig laagje wat niet meer weg te wassen is.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marian en Joost

Actief sinds 20 Sept. 2008
Verslag gelezen: 139
Totaal aantal bezoekers 70272

Voorgaande reizen:

10 Augustus 2022 - 28 September 2022

Georgië

01 Januari 2019 - 01 Januari 2020

Verhuizen

16 Juni 2017 - 10 September 2017

Gezellig met zijn allen naar Tajikistan!

12 December 2014 - 10 Januari 2015

Allemachtig prachtig Marokko!

31 Mei 2013 - 06 Juni 2013

New York, New York

22 Juli 2012 - 19 Oktober 2012

Gezellig met z'n allen naar Mongolië.

01 Oktober 2009 - 02 November 2009

Even naar Tunesië en Djerba

17 Oktober 2008 - 31 Januari 2009

Naar India via Turkije, Pakistan en Iran

18 Mei 2001 - 18 Mei 2002

Een jaar reizen 2001-2002

Landen bezocht: