April 2002

2 april, Pyreneeën

Huesca is een wat saaiere provincie, het is wat kouder, regenachtig en de natuur is heel groen.

Het was Pasen dit weekend en we stonden op een vertrouwd plekje van de vorige reis, aan een groot stuwmeer. Joost ruimt wat vuilnis op tijdens een wandeling, we eten gekookte eitjes en drinken koffie in Angèl. Morgen rijden we naar de camping van Onno, Mercedes, Jan en Mieke voor een familiebezoekje.

3 april, Capmany.

In Figueras kopen we een mooie doorzichtige lichtblauwe pinkring voor Merel. We drinken er koffie in een grappig cafeetje, waar vooral veel Marokkanen zitten.

De camping is prachtig, er is een mooi zwembad dat Onno iedere dag schoonmaakt. Het wandelingetje er naar toe is heel fijn, langs grote cactussen en met mooi uitzicht op de bergen.

Het is fijn Onno en Mercedes te zien, het is altijd een warm contact met vaak intensieve gesprekken over de familie en het familieverleden. Mieke en Jan zijn in Nederland. Mercedes strijkt onze was en kookt heerlijk. Maar ook worden we overspoeld met heftige verhalen over financiële machtsstrijd en misverstanden, het gaat helemaal niet goed met de samenwerking met Mieke en Jan. Onno laat ons het stukje land zien dat hij zjin zoon wil geven, hij zou graag willen dat die daar vaker in de buurt is. Joost kan de nare verhalen over zijn familie allemaal niet goed aan, hij wordt een beetje ziek. Na twee dagen vertrekken we richting Zuid-Frankrijk, beladen met kadootjes voor de familie, de kinderen en voor onszelf. Het stortregent en we hebben wind tegen. Onze maximumsnelheid is 60 km per uur.

5 april.

We staan aan een groot meer, de wind is hard tot stormachtig. De trailer schudt, rietpluimen zwiepen en een reigertje waait bijna weg.

We zijn moe en rijden via kleine weggetjes richting Majeunie. Wel bezoeken we nog een grappig hoedenmuseum.

11 april

Gisteravond om half elf met regen en harde wind aangekomen in Majeunie. Het huis is nog schoon en opgeruimd, ongekend! Het regent iedere dag, maar we rommelen, ruimen op, gaan koffie drinken in het dorpje in de buurt.

Joost is een beetje verdrietig dat het reizen afgelopen is. Hij is moe en ziet al het werk aan en om het huis. We schrijven mooie en lieve brieven aan Merel en Bart. Joost maakt een tekening met de zon, maan, bergen, rivieren en kiespijn. “De wereld is mooi” schrijft hij er bij. We maken een afspraak bij de lokale tandarts en voor een paar tientjes wordt er een heleboel gerepareerd. We eten heerlijk, het is een stuk makkelijker koken met een oven en een groot gasfornuis.

Joost inspecteert de paardentrailer en ontdekt dat de verbindingsplaat tussen het chassis van de paardentrailer en de trekhaak van de auto bijna helemaal doorgescheurd is. Als we nog één zware rit hadden gehad, waren we de paardentrailer kwijtgeraakt op een bergweg, met niet te overziene gevolgen. Hij kan de breuk gelukkig zelf lassen.

18 april

De dagen glijden voorbij. De broer van Joost is jarig, we bezoeken hem en zijn vrouw en zoontje. Hij komt ook regelmatig bij ons binnen vallen en hij heeft altijd bijzondere en levendige verhalen. Regelmatig heeft hij een kleine rechtszaken over onrecht wat hem is aangedaan. Deze keer gaat het om onrecht dat een mevrouw is aangedaan. Hij heeft een getuigenis afgelegd tegen de burgemeester, omdat deze een vrouw uitgescholden heeft voor hoer.

We malen graan om brood te bakken, zagen stapels oud hout weg. Merel was eergisteren jarig en we hebben haar per telefoon toegezongen, rammelend met een koffieblik met kikkererwten en met twee pannendeksels de maat geslagen.

Bamboe bestrijden, omdat die het weiland van de buren binnengroeit.

26 april

Mijn studie vordert goed. Er gebeurt hier niet veel, het is een klein en rustig dorpje, dus het is groot nieuws als de postbode tegen de vuilniswagen aanrijdt. Het regent veel. ’s Nachts zingt er een nachtegaal, de kikkers maken herrie. Langzaamaan komen we tot rust. Joost gaat verder met het project ‘een douche maken’.